De Avonturen van Bruintje Beer

Nadat het Algemeen Handelsblad te Amsterdam in 1929 begon met het publiceren van de strip "De Avonturen van Bruintje Beer," een stripverhaal met een voor die tijd ongekende populairiteit, verscheen bij dezelfde krant in 1930 het eerste boekje op het later zo bekend geworden oblong-formaat. Het laatste verscheen in 1943 (deel 25).
Na de oorlog ging men nog tot 1950 door met het publiceren in de krant van de verhaaltjes.
Ze verschenen eveneens bij "Het Nieuwsblad van het Noorden" en het "Leeuwarder Nieuwsblad" (de z.g. Hepkemadeeltjes).
De tekenares van Bruintje Beer, Mary Tourtel, publiceerde in samenwerking met haar man het eerste Bruintje Beer verhaal in 1920, in opdracht van Lord Beaverbrook voor zijn krant de "Daily Express", die deze, mede door verhalen voor kinderen, een wat poulairder aanzien wilde geven.
Dit ging zo door tot 1935. Daarna werd de strip tot 1965 getekend en geschreven door Alfred Bestall.

In de verschenen boekjes zijn de verhaaltjes gebracht in de authentieke vooroorlogse tekst.

Bruintje Beer en Beppo de Aap (oorspronkelijke titel Rupert and Beppo again 1930).
Bruintje Beer en de Witte Ridder (oorspronkelijke titel Rupert and the Knight and the Lady 1924).
Samen met Bruintje Beer en de Toverfluit in 1931 in Nederland verschenen als 2e serie.