Marlieske

Marlieske viert bevrijdingsdag

Geschreven door Max de Lange-Praamsma, (1906-1990)
Illustraties van Rie Reinderhoff, (1903-1991)
Uitgever G.F. Callenbach N.V. Nijkerk, 1961
Opdracht voor in het boek: Voor Marijke v. d. Br.

In de Marlieske-serie verschenen:
Marlieske, 1960
Marlieske beleeft een avontuur, 1961
Marlieske heeft een griepje, 1961
Marlieske verdient heitjes, 1961
Marlieske viert bevrijdingsdag, 1961
Marlieske op "De Meihorst", 1962
Marlieske bij de vierdaagse, 1963
Marlieske krijgt gasten, 1964
Marlieske en Pier, 1965
Marlieske doet aan wintersport, 1965

Beschrijving van de viering van de vijftiende bevrijdingsdag

Fragment uit het boek:
"Gaan we zo dadelijk nog even naar de Markt, pap?" vraagt Marlieske. Vader weet best waarom ze daar naar toe wil, maar hij houdt zich van de domme.
"Waarom?" vraagt vader met een onnozel gezicht. Marlieske loopt er prompt in. Begrijpt vader dat nu niet eens? "Daar staan toch immers de oliebollen-en de nogakramen," zegt ze. "En de draaimolens en de zweef en de rups."
"O," antwoordt vader met een gezicht van: nu snap ik er opeens alles van. "Die wil jij natuurlijk graag 's even gaan bekijken."
"Natuurlijk," lacht Marlieske. En olijk:"Maar niet alleen bekijken hoor. Ik wil ook wel wat kopen. Een zak oliebollen. Of een slagroomwafel. Of een pakje noga met zo'n leuk aapje erop."
"Ja, ja, ik hoor het al," zegt vader nu. "En even in de draaimolen. En even in de rups. Alles even. Maar daar komt niets van in, jongedame. Vanmiddag zien we wel eens weer, hoor. De dag is nog lang."
"Dan alleen heel eventjes kijken. Niks kopen en nergens in," probeert ze het op een andere manier. Kijken is per slot ook leuk. Vooral bij de rups. Sommige kinderen beginnen te gillen en doen net of ze doodsbenauwd zijn als onder het ronddraaien het zeildoek over hen heen gaat en ze plotseling door een donkere tunnel lijken te rijden. Misschien is een kleintje echt bang. Maar de meesten zijn dat niet. Ze weten immers wel dat het even later alweer een beetje omhoog gaat. En dan weer omlaag. En nog 's omhoog en omlaag. En dan voorgoed omhoog. Maar dan is het ritje ook meteen bijna afgelopen. Dat is altijd zo jammer.