Stien en haar Buurtjes

Door Dien Brinkgreve, (1883-1938)
(schrijfster van Tante Nel en haar pleegkind e.a.)
Platen van Sijtje Aafjes, (1893-1972)
Tweede druk, 1931
Uitgever G.B. van Goor Zonen - Den Haag
Boek uit De Nieuwe Serie No. III
Leeftijd (8-10 jaar)
Voor het eerst verschenen in 1928

Korte inhoud:
Even buiten het dorp staan twee kleine huisjes onder één dak. In 't eene woont Krelis Dekker met zijn vrouw Stien, zijn zoon Piet van 12 jaar, zijn dochter Stientje van 9 jaar en de kleine Krelis van 6 jaar. Op een dag komen er nieuwe buren naast hun wonen. Juffrouw ten Berge, met haar oudste zoon Joop en haar 2 dochtertjes Klaartje van 9 jaar en Kitty van 8 jaar. Zij komen uit de grote stad en vooral Klaartje kan maar moeilijk wennen. Stientje had zich zo op een vriendinnetje verheugd, doch Klaartje kijkt op haar neer. Zij draagt jurkjes van soepele stof, heeft haar krullen los met een grote strik erin en is echt een ijdeltuitje. Stientje daarentegen draagt stijve katoenen kleren en heeft haar haar in twee vlechtjes gedraaid. Omdat Stientje haar moeder veel helpt, ook in de moestuin, zijn haar handjes ruw en soms niet schoon. Klaartje heeft lelieblanke handjes en wil Stientje, die boerentrien, geen hand geven. Met Kitty kan Stientje het wel meteen goed vinden, doch zij is een bleekneusje en moet veel rusten.
Op school wil Klaartje niet met de andere kinderen meespelen, zij voelt zich er niet thuis. Als zij zich op een dag ernstig aan haar knie blesseert, vindt Stientje haar en draagt buurman-vader haar naar huis. Voor het eerst is Klaartje de buren dankbaar, vooral ook als Stientje haar dagelijks komt bezoeken en spelletjes met haar speelt.
Dan wordt er op school een wedstrijd uitgeschreven, waarin prijzen te verdienen zijn voor het beste, het vlijtigste of voor het netste kind. Meneer Blijheid, een rijke oude man, geeft hiervoor ieder jaar geld aan de meester, die er de prijzen voor koopt. Als Klaartje haar werk laat vallen en er een zwarte veeg opkomt, is ze bang geen prijs te zullen winnen en snel wisselt ze haar werk om met dat van Stientje, door haar naam er op te zetten. Haar geweten speelt haar echter parten en onder tranen biecht zij haar daad op aan haar moeder. Moeder gaat met haar naar school om het meester te vertellen en gelukkig is hij niet boos en heeft alleen maar medelijden met Klaartje omdat ze het zichzelf zo moeilijk maakt. Als de prijsuitreiking plaatsvindt, krijgt zowel Stientje als Klaartje een mooie prijs: Een prachtig boek. Wat zijn ze nu blij en ze dansen in de kring rondom meneer Blijheid om hem te bedanken.
Stientje en Klaartje worden helemaal dikke vriendinnen, wanneer Kitty voor haar gezondheid, samen met haar moeder, mee mag met meneer Blijheid om de wintermaanden in Zuid-Frankrijk door te brengen om weer wat kleur op haar bleke wangen te krijgen. Klaartje en Joop komen dan zolang in het buurhuis wonen en hebben het er heel gezellig. Klaartje voelt zich er helemaal thuis en als Kitty weer genezen thuiskomt stappen de buurkinderen weer dagelijks samen naar school.

Fragment uit het boek:
Ook voor handwerken moesten de meisjes haar vaardigheid toonen. Ze kregen in de klas van Klaartje en Stientje een klein kleedje om te zoomen. Ze deden allebei haar uiterste best, om de steekjes netjes gelijk te krijgen. De beide werkjes zagen er dan ook keurig uit en toen.....
Terwijl Klaartje een nieuwen draad in haar naald stak, gleed haar kleedje van de bank. Ze zag het niet dadelijk en zette haar voet er op, waardoor er een vuile veeg op het kleedje kwam. Arm Klaartje. Beteuterd zit ze even naar haar werk te kijken en naait dan verder. Maar haar plezier is weg en het duiveltje der ijdelheid en wangunst steekt zijn kopje weer eens op. Het begint te praten in Klaartje's hart.
"Nou krijgt Stientje de eerste prijs en ze is toch maar een boerenkind, met leelijke ruwe, roode handen!" fluistert het duiveltje.
"Vergeet je wat die handen allemaal voor je gedaan hebben? Weet je nog van je knie, en 't vallen in 't bosch?" vraagt een andere stem.
"Toch is ze maar een boerentrien!" zegt het duiveltje.
De twee stemmen gaan maar steeds door met praten. Klaartje wordt er onrustig door.
"Stientje, ben je klaar?" vraagt juf opeens.
"Ja, juf!"
"Deel jij dan de papiertjes met de namen rond. Als je klaar bent, meisjes, het papier stevig op je werk bevestigen!"
Stien staat op. Klaartje is nu ook gereed en ziet Stiens werk op de bank liggen. Keurig schoon. En op haar werk zit die vuile veeg. 't Is wel aan den verkeerden kant, maar hij zit er toch. Daar glijdt Stientje's kleedje ook van de bank. Klaartje bukt zich, raapt het op en legt bliksemsnel haar kleedje op de plaats van Stien en behoudt zelf het kleedje van Stien. Het duiveltje heeft voor dit keer de overwinning behaald.
"Wees nu maar gerust!" fluistert het binnen in haar. "Nu heb je vast het mooiste werk!"
"En je hebt je beste vriendin bedrogen!" antwoordde de andere stem.
Hè, wat vervelend. Ze wil niet meer naar die stemmen in haar hartje luisteren. Ze wil blij zijn. Kom ze zal netjes gaan zitten, misschien mag ze dan de handwerkkistjes opruimen. maar ze blijft onrustig. Hè, keek juf haar niet erg aan? Kom, nou niet mal doen, niemand heeft het gezien. Toch zucht ze van verlichting als de bel gaat en de schooltijd achter den rug is....