In de Muizenwereld

Een nieuwe vertelling aan 't klavier

Door Agatha Snellen (1862-1948) & Catharina van Rennes (1858-1940)
Met Teekeningen van L. W. R. Wenckebach, (1860-1937)
Uitgever H.J.W. Becht - Amsterdam, 1911
Voor het eerst verschenen bij uitgeverij Beijers te Utrecht in 1894

Bevat de volgende hoofdstukken:
1e Hoofdstuk - In de Muizenwereld
2e Hoofdstuk - De Muizenstad
3e Hoofdstuk - De Volksspelen
4e Hoofdstuk - Het Concert
5e Hoofdstuk - Het Muizengezin en wat er verder voor viel

Uit het voorwoord Een goede raad aan de vertelster:
BEGIN DE 'MUIZENWERELD' NIET AAN DE KINDEREN TE VERTELLEN, ALEER GE VOOR UZELVEN, HARDOP, HET GEHEELE SPROOKJE HEBT GELEZEN, EN DE PIANO-FIGUREN POËTISCH, SPROOKJESACHTIG WEET TE SPELEN.
Zóó moet het zijn, wil het doel: aankweken van de muzikale fantasie en scherping van 't muzikaal geheugen bereikt worden.
Bij zeer jonge kinderen is het raadzaam zich telkens bij één of twee hoofdstukken van de 'Muizenwereld' te bepalen. De geheele vertelling opeens, spant hen wel wat veel in. Ze moeten naar 't vervolg verlangen!
De aanstaande vertoonsters van de Muizenwereld mogen mij deze wenken ten goede houden. Ze zijn geput uit mijn ervaring als vertelster van de Muizenwereld en alleen geschreven in het belang van mijn jeugdige vriendjes en vriendinnetjes, die ik, als tegenwicht voor àl het heedendaagsche rekenen zoo graag wat poëzie in hun leven gun, maar dàn...... smakelijk voorgediend!

Utrecht, Voorjaar 1911
Cath. van Rennes

Korte inhoud:
Op een warme zomerdag, zien Jozientje en haar broertje Willy, terwijl ze in de tuin wandelen, een muisje voorbij stuiven. Ze ontdekken een muizenhol en Jozientje probeert naar binnen te kijken, wat niet lukt; ze is immers veel te groot. Als de kinderen op het gras in slaap vallen, komt een muisje ze halen om met hem mee naar zijn holletje te gaan. Jozientje en Willy slikken een wit toverballetje, zodat ze nu net zo groot als het muisje zijn. Achter het muisje aan, kruipen ze door het holletje en komen dan in een grote verlichte ruimte. Het is een echte stad, met huizen, straten en pleinen. Nu zijn ze in de muizenwereld!
De kinderen mogen meeëten aan lange tafels, samen met de andere muisjes. Ter ere van Burgemeester-Muis, die jarig is, wordt er een groot volksfeest gegeven. Ze gaan mastklimmen, er wordt een bal gehouden waarbij de muizenpolka gedanst wordt, en er wordt in een deftig gebouw een concert gegeven. Doch als Jozientje Poesje Mauw zingt en Willy heel hard "miauw" roept, rennen alle muizen van schrik de zaal uit.
Na afloop van het feest gaan de kinderen met hun muizenvriend mee naar z'n holletje. Moeder muis brengt net haar jongste naar bed en Jozientje zingt een slaapliedje voor het muizenkind. De jagers trekken er op uit, om in de huizen van de mensen op zoek naar eten te gaan. Die nacht worden ze wakker door somber klokgelui. Het is de doodsklok die luidt, vertelt moeder muis. De stoet jagers is thuisgekomen, doch een van de jagers is er niet meer bij, hij is door de poes opgegeten.
De burgemeester stelt voor de kat bellen aan te hangen, zodat ze hem voortaan zullen horen aankomen. Jozientje belooft dat zij hiervoor zal zorgen. De muizen zijn blij, nu zal er nooit meer een muisje opgegeten worden! De muizen-mars wordt gespeeld en in optocht lopen de muizen en kinderen met vlaggen en trompetten achter de muziek aan naar de uitgang van de muizenwereld. De kinderen kruipen weer in het donkere holletje en de muizen wuiven hun een vaarwel toe.

Als ze weer in de open lucht staan, klinkt er plotseling een hevige donderslag en hebben Jozientje en Willy weer hun normale grootte terug. Als de poes met haar kopje langs Jozientjes benen strijkt, ziet Jozientje plotseling dat zij de halsband met bellen om heeft. Als zij met Willy over de Muizenwereld wil praten, lacht hij haar uit. Ze heeft alles gedroomd!
En hoewel Jozientje later nog dikwijls op het grasveld ging zitten, kwam er nooit meer een muisje haar halen om mee naar zijn holletje te gaan.

Twee bladzijden uit het boek: