De reis van St. Nicolaas

Tekst van G. L. Kroes,
Teekeningen van H. van Kuilenburg
Uitgave van Uitgevers Maatschappij C. Misset N.V. - Doetinchem, ca. 1943
K. 767

In dezelfde serie verschenen:
De booze beer,
De wereldreis van Trippel Trap,
De geschrokken Kabouters,
Professor Weetjeveel,
Kabouterfeest,
Voor onze Kleintjes,
Kinderspelen

Enkele fragmenten uit het boek:


Juichend kwam men aan de haven,
En de boot lag onder stoom,
Kind'ren zongen, vlaggen wuifden,
Het was net een mooien droom.
Hoor, daar ging een schelle stoomfluit,
De fabrieken floten mee,
En de boot gleed langs het water
Naar de vrije open zee!
Ginder sloot men het paleis,
Sinterklaasje was op reis.....


Veilig kwam de boot gevaren
Naar een stad aan de rivier,
Zwarte Piet was in zijn nopjes,
Die had vrees'lijk veel plezier.
En de Sint reed, vriend'lijk wuifend,
Langs het blank besneeuwde pad,
Op zijn mooie, witte schimmel,
In den avond door de stad....
Tot men zei: Nu is't gedaan,
Kind'ren moeten slapen gaan!


Maar èèn briefje stak hij bij zich,
Daarin stond: Wat U me geeft,
Wilt U dat een kindje brengen,
Dat haast heel geen speelgoed heeft?
Kijk eens, Piet, zei Sinterklaasje,
Denk er om, na ons bezoek,
Schrijf de naam dan van dit meisje
In het groote gouden boek.....
Toen was 't, dat hij afscheid nam,
Want 't werd licht,... de morgen kwam!