Sinterklaas komt bij Spits

Door M. M. Stiemens-Hopman, (1881-1959)
(een doktersvrouw uit het Zuiden)
Illustratieve verzorging van Piet Marée, (1903-1999)
Uitgever Van Gorcum & Comp. N.V. - Uitgevers - Assen, 1934

Korte inhoud:
Piet woonde met zijn ouders en een grote broer in het opzichtershuis van de steenoven te Overbeek. Iedere morgen en middag liep hij naar school langs het erf van melkboer Gerrits, waar Piets vriend Spits, een kettinghond, buiten in de kou lag, om het huis te bewaken. Om zijn hals zat een veel te korte ketting, die vast zat aan een paaltje, waardoor Spits nooit eens lekker kon rennen en spelen. Piet bracht dikwijls brood mee voor het arme dier om hem te troosten.
Toen het winter werd en het een week voor Sinterklaas was, had meester een verrassing voor de kinderen op school. Er zou een dierenfilm vertoond worden en Sinterklaas en zwarte Piet zouden hierbij aanwezig zijn!
Dat werd een heerlijke middag! Piet genoot van de film, waarin ook twee beelden van kettinghonden in voorkwamen. Het ene beeld was een hond aan een te korte ketting, waaronder stond: "zo moet het niet zijn". Het andere was de afbeelding van een hond aan een leren band met ring, die over een heel lange lijn liep, zodat de hond vrij kon lopen langs de lijn, met aan het eind een ruim stenen hok dat tegen wind en regen beschut was.
Dat bracht Piet op het idee om Sinterklaas een brief te schrijven of hij misschien ervoor kon zorgen dat Spits ook zo'n lijn en warm hok kon krijgen.
Op Sinterklaasmorgen, toen Piet naast zijn bed een paar dikke grijze wanten, een boek vol platen over vogels en bloemen en een dominospel gevonden had, ging hij opgewonden naar school. Zou Sinterklaas zijn brief ontvangen hebben? Toen hij langs het erf van Gerrits kwam, ontmoette hij daar juist Sinterklaas en zwarte Piet. De Sint gaf hem wat boekjes over het leven van de kettinghond en vroeg hem om deze rond te brengen op de boerenerven in de buurt, zodat het leven van kettinghonden verbeterd zou worden. Piet beloofde dat en toen hij bij Spits kwam zag hij dadelijk dat hij een ronde leren band om had en een groot, warm hok vol stro waarop met grote letters geschreven stond: "VOOR SPITS VAN SINT EN EEN KLEINE PIET".
Toen Sinterklaas het volgend jaar terug kwam in Overbeek, vond hij op zijn leunstoel een papierenrol, waarop alle namen geschreven stonden van de boerderijen, waar de looplijn vaar de erfhonden was aangebracht!
Zo leerde Piet en zijn vrienden, klein als ze waren, de grote mensen wat een dier toekomt!

Fragment uit het boek:
Na afloop van de film sprak Sinterklaas weer. De bisschop hoopte, dat alle kinderen goed onthouden zouden, wat ze vandaag gezien en gehoord hadden. Dan zouden de dieren in Overbeek het stellig goed krijgen. Wat je als klein kind leert, zet je als groot mens tot daden om. Dat was nu wel wat moeilijk om te begrijpen, maar ze moesten er maar eens over nadenken.
En als de kinderen Sinterklaas vóór 5 December nog wat te vragen hadden. moesten ze hem maar een mooie brief schrijven en deze bij Meester de Kort afgeven; die zorgede dan wel voor doorzending>
Zwarte Piet haalde een grote mand appelen en gouden noten tevoorschijn, zo dik als ze alleen in Spanje groeien. Ieder kind kreeg wel een hand vol. Allemaal zongen zij nu van "Dank je Sinterklaasje" en toen was het feest uit.
Piet treuzelde met het aankleden in de gang. In zijn hoofd kwam een plan naar boven, hij moest er bepaald met Moeder over spreken.
En 's avonds in de woonkamer, schreef hij op een groot vel papier, dat Moeder hem gegeven had, de volgende brief:

"Lieve Sinterklaas,
U zei, dat we U een brief mochten sturen. Ik heb een vriend.
Hij heet Spits en hij hoort bij Boer Gerrits. Hij is een kettinghond, "zoals het niet moet zijn".
Ik heb mijn spaarpot omgekeerd, erzaten 49 cent in. Ik stuur er 30 aan U en Moeder heeft er twee kwartjes bijgedaan.
Wilt U voor Spits een lijn kopen? Jan, mijn broer zal wel voor de paaltjes zorgen.
En Sinterklaas, wilt U dan alstublieft zelf de lijn aan Boer Gerrits brengen? Hij wordt zo gauw boos, maar niet tegen U, Sinterklaas.
Zegt U maar ja, dan is Spits geholpen.
Uw vriendje
Piet Wiggers".

Hè, hè, dat was me een inspanning! Alle letters moesten in het gelid staan. Voor Sinterklaas kon het niet mooi genoeg. Vader moest het ook lezen en Jan beloofde straks, als hij naar het dorp ging, de brief bij Meester de Kort in de bus te stoppen.