J. Stamperius

Jacob Stamperius (1858-1936), bezocht na zijn jeugd in Wilhelminadorp bij Goes, de Kweekschool voor Onderwijzers te Haarlem. Hij werd benoemd in Aalsmeer en werd in 1880 schoolhoofd in Amsterdam.
Naar aanleiding van een artikel over kinderlectuur kreeg hij het verzoek van een uitgever, zelf een boek te schrijven, dat zou beantwoorden aan de eisen, die hij had gesteld. Zo ontstond Het Veerhuis aan de Oosterschelde dat in 1888 verscheen. Daarmee begon zijn werkzaamheid, die zou duren tot zijn dood. In 1903 nam hij om gezondheidsredenen ontslag als schoolhoofd. In 1907 werd hij schoolopziener, hield tal van voordrachten en redigeerde zijn Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, die in 1887 door hem was opgericht.
In 1918 werd deze herdoopt in Stamperiusbibliotheek. Uit de samenwerking met andere schrijvers ontstond een boekenverzameling, die vooral op scholen ingang vond.

Boeken van Stamperius, o.a. :
De Sasmeester en zijn pleegzoon, 1889
Het Verteluurtje, 1893
Frans Naerebout, 1890
Drie Kwajongens, 1891
De ondergang van Reimerswaal, 1896
De oude Veldwachter, 1897
Het verhaal van de toren van Zierikzee, 1898
De ezel van den Bakker, 1899
De Klompenmaker en de Prinses, 1905
Toch Oranje boven, 1909
Van drie jongens en een vrijen Zaterdag, 1910

St. Nicolaas te Zierikzee, ca. 1925