Sinterklaas-Vertellingen

Geschreven door S. Abramsz en Jan Hoffman
(Simon Abramsz 1867-1924, onderwijzer, redacteur kindertijdschriften)
Tekeningen van Jan Franse
Uitgever P. van Belkum Az. - Zutphen, 1919

Vertellingen:
Het Sinterklaasgeschenk van Mientje en Doortje, S. Abramsz
Wat het maantje zag op Sinterklaasavond, S. Abramsz
De baard van Sinterklaas, S. Abramsz
Sinterklaas op school, S. Abramsz
Om nooit te vergeten, F. J. Hoffman

Fragment uit Sinterklaas op school:
Weer keek Sinterklaas in zijn boekje en toen - ineens zette de oude man een heel ernstig gezicht.
"Daan Sandberg!" riep Sinterklaas.
"Ai!...." riepen alle kinderen.
Nu, dat mochten ze wèl roepen, want Daan was een echt ongehoorzaam en brutaal heertje. In school was hij lui en onoplettend en op straat haalde hij allerlei leelijke streken uit.
's Morgens had Jaap Swart hem nog gevraagd: "Daan, zou jij niet bang wezen, als Sinterklaas vanmiddag eens kwam?"
En weet je wat Daan toen gezegd had?
"Laat Sinterklaas voor mijn part naar de pomp loopen!"
Jaap Swart en de andere kinderen, die 't hadden gehoord, vonden 't verschrikkelijk, maar Daan liep fluitende weg.
"Daan Sandberg!" riep Sinterklaas voor den tweede keer, want hij was nog niet gekomen.
Wilde hij dan niet komen?
Ja wel, maar hij durfde niet!
Zie je, zóó'n held was Daantje Sandberg nu: eerst een groot woord en nu't er op aankwam, had hij geen moed!
Maar hij durfde ook toch niet te blijven zitten en nu kwam hij met o, zulke langzame pasjes naar Sinterklaas toe.
O, o, wat keek Sinterklaas ernstig.
"Ga eens op 't bankje staan, Daan!" zei de oude man langzaam.
Daan deed heel gehoorzaam, wat Sinterklaas zei.
"Ik zal je niets vragen, Daan," zei Sinterklaas, "maar je alleen wat zeggen. Je bent slecht voor je ouders, slecht voor je meester en slecht voor je zelf..... Begrijp je dat Daan?"
"Ja, Sinterklaas" zei Daan met neergeslagen oogen.
"Dus je begrijpt, dat je je ouders door je slecht gedrag verdriet doet, Daan?"
"Ja, Sinterklaas...."
"En dat je je onderwijzer verdriet doet?"
"Ja, Sinterklaas...."
"En dat je er zelf óók eenmaal verdriet van zult hebben?"
"Ja, Sinterklaas...."
Toen zei Sinterklaas tegen zijn zwarte knechtje: "Piet, dezen ondeugenden jongen moet je straks niemendal geven. Neem hem bij den arm en zet hem in de gang. Ik wil hem niet meer zien!" "Ai!....." riepen weer de kinderen in de klas.

Fragment uit:De baard van Sinterklaas:
"En nu moet kleine Sientje eens een dansje op mijn schoot maken," zie Sinterklaas.
Nu, dat wilde kleine Sientje wel. Ze begon te dansen en ze kraaide van pret.
Och, och, wat werd ze dol op 't laatst - zóó dol, dat ze Sinterklaas met allebei haar knuistjes bij den baard greep.
Maar o, o, o, wat gebeurde er nu een ongeluk! Weet je wat er gebeurde? Ach, ik durf het haast niet te vertellen.....
Ze trok den baard heelemaal van Sinterklaas z'n wangen af en hield hem nu heel, heel verbaasd in de handjes.....
"Ai!" riep Piet en hij zette zóó'n benauwd gezicht, alsof 't hem gebeurd was. Annie gaf een gil en deed haar handjes voor de oogen. Wim zei niets, maar kreeg van schrik een kleur en hield den adem in. En Vader en Moeder? Die begonnen ineens...... te lachen. Te lachen? Ja, heusch - te lachen.
Vonden die 't dan niet verschrikkelijk, wat er gebeurd was? Nee, heelemaal niet.
En Sinterklaas? Oók niet, want die lachte nog harder dan Vader en Moeder.
En Pieterbaas? Die moest zóo lachen, dat de tranen hem over de wangen liepen en dat hij zijn zakdoek moest nemen, om ze af te drogen. De kinderen stonden verbaasd te kijken naar de vreemde dingen, die er gebeurden.
Maar opeens schreeuwde Piet: "Kijk, kijk, kijk...... zwarte Piet wordt heelemaal wit..... en de zwartigheid zit op zijn zakdoek!"
En zoo wàs het ook: Zwarte Piet zijn neus en zijn wangen en zijn kin waren heelemaal niet zwart meer, maar zagen er uit als de neus en de wangen en de kin van de kinderen zelf....
Vader schudde nu van 't lachen en Moe riep: "O, o, o, ik lach me ziek!"
Toen greep Sinterklaas zichzelf bij zijn witte haar en..... lichtte dat zóó maar van zijn hoofd. En toen?.....
"Oom Koos!" riep Wim.
"Oom Koos!" schreeuwde Piet.
"Oom Koos!" gilde Annie.
Maar kleine Sientje sprong met den langen baard van Sinterklaas op den grond en probeerde dien om haar eigen kinnetje te hangen.
Ach, ach, wat een schouwspel daar in de kamer!