Het Boek van Sinterklaas

Geschreven door Lea Smulders
Band en tekeningen van Coby C. M. Krouwel
Uitgever Cantecleer - De Bilt, 1965

Boek met 8 korte verhaaltjes over Sinterklaas:
Sinterklaas komt altijd
Zwarte Piet vermist
Pepi mocht knechtje van St. Nicolaas blijven
Pekkie-Poe mag zich nooit meer vergissen
Danny en de torenflat
Pauke Pannelap
Sinterklaas en bakker Brooiestein
Volgend jaar liever een pijp

Met achterin het boek verschillende Sinterklaasliedjes

Fragment uit: Pepi mocht knechtje van St. Nicolaas blijven:
Doedeloeres bromde: "Laat eens kijken wat er in jouw broekzak zit." En o, daar zaten nog wel zes lekkere pepernoten in, uit het pepernotenkamertje.
"Mee", riep Doedeloeres, "mee jij! Naar Sint Nicolaas! Wat denk jij wel? Nauwelijks in dienst bij Sinterklaas en nu al pepernoten weghalen! Waar moet dat heen?"
Arme Zwarte Piet Pepi! Omdat zijn gezicht zo zwart was, kon je niet zien hoe bleek hij eigenlijk werd. Maar het was verschrikkelijk!
Sint Nicolaas zat juist kleine mandjes met suikerbeestjes te vullen. Dat was een heel werk, want in elk mandje moest een wit, een roze, een geel en een bruin.
"Sint", zei Doedeloeres, ik heb een zeer ernstige klacht over Zwarte Piet Pepi."
"Zo", knikte de Sint, "dat is niet zo mooi, mijn jongen. Wit, roze, geel, bruin, wit, roze, geel, bruin..... Jaja, Doedeloeres, ik heb nou geen tijd zoals je ziet; kom over een uurtje nog maar eens terug."
"Nee Sinterklaas", mopperde Doedeloeres beslist. "Die jongen kan zijn werk niet meer doen, hij....."
Maar Sint schoof een stoel naar voren en zei: "Goed, laat hem dan maar hier. Dan kan hij mij wat helpen. Kom, pak een mandje en help me met vullen. Denk erom, één wit, één roze, één geel en één bruin."
"Jawel Sinterklaas, snifsnif", deed Zwarte Piet Pepi.
"Pak je zakdoek, jongeman, anders vallen er tranen in de suikerbeestjes en dat plakt geweldig", waarschuwde de Sint. Toen telde hij weer ijverig verder.
Doedeloeres ging brommend de deur uit en Zwarte Piet Pepi poetste zijn neus en ogen af.
Wit, roze, geel, bruin. Met vlugge vingers begon Zwarte Piet Pepi de Sint mee te helpen. Hij deed het geweldig. Als je zoveel jaren lang geoefend hebt, om een goed Zwart Pietje te worden, heb je geen moeite met zulke dingen. Het ene mandje na het andere werd gevuld. En zo gebeurde het dat Sint niet over een uurtje klaar was, maar veel eerder. Na een half uurtje was er geen suikerbeestje meer over. Alle mandjes waren gevuld zoals het moest, want het klopte precies.
"Zo", zei Sinterklaas, "dat is nog eens een meevallertje, Zwarte Piet Pepi. En vertel me nou eens, wat heb je gedaan, dat Doedeloeres zo vreselijk boos op je is?"
Pepi begon weer te bibberen. Nou is het met me gedaan, dacht hij. Ik kan mijn koffertje vast wel pakken. Meteen glinsterde er al weer een traan op zijn wang. Snif-snif, deed hij. "Ik heb gesnoept van de pepernoten."
"Zo", zei Sinterklaas, "maar dat mag je niet doen, jongen! Als al mijn Zwarte Pieten gaan snoepen, houd ik niet genoeg over voor de brave kinderen."

Pietje Prik

Pietje Prik in pyama
Een Sinterklaasvertelling

Geschreven door Lea Smulders
Prentjes van Piet Broos
Uitgever L.C.G. Malmberg 'sHertogenbosch, 1955

OverPietje Prik de kleermaker schreef Lea Smulders meer dan twintig boekjes. Pietje woont in de Naaldenkokerstraat van het stadje Stippestap. Zijn buurvrouw heet Betje van Buren. Verder wonen er in Stippestap nog burgemeester Biebel, meneer Hoempa van de harmonie en meneer Stempel, de directeur ven het postkantoor.

Fragment uit het boekje:
Nu komt Sal-mi-jakkes, de knecht van Sinterklaas, bij het huis van Pietje Prik. Hij laat zich door de schoorsteen zakken. Hij komt het kamertje in. Hij kijkt.... en? Niets!
Geen wortel, geen knol, geen boterham. Geen haver, geen biet. En ook geen sigaret. Er is niets. Zelfs geen schoen.
Sal-mi-jakkes rolt verschrikt met zijn grote zwarte ogen. "Hier vast en zeker heel verschrikkelijk stoute man wonen!" zegt hij in zijn zwarte-pieten-taal. "Stoute man niet zorgen voor goede, lieve paard. Foei!"
Och, hoe kan Sal-mi-jakkes ook weten, dat Pietje Prik zich al dagen lang moe heeft gemaakt om Sinterklaas te verrassen? Hij was die avond zó moe van het werken, dat hij heus niet meer denken kon aan het paard van Sinterklaas.
Maar Sal-mi-jakkes weet daar niets van. Hij denkt:"Niets voor paardje klaargezet, dus stoute, héél stoute man!"
"Rrrong...rrrong..."klinkt het uit de slaapkamer van Pietje Prik. Met een boos gezicht gluurt Sal-mi-jakkes om de slaapkamerdeur. Daar ligt Pietje Prik te snurken. Maar dan opeens ziet Sal-mi-jakkes wat anders. Hij ziet een mooie roodfluwelen mantel aan de linnenkast hangen. De mantel van Sinterklaas! Hij denkt:"Dat is de zondagse mantel van de Sint. Die lelijke man hier is zeker een dief!

Fietje Vatenkwast

Door Lea Smulders
Band en prentjes van Arie Teeuwisse, (1919-1993)
Uitgever L. C. G. Malmberg - 's Hertogenbosch, 1956
Knoopje-Kapoen-serie nummer 4

Voor onze kleine pukken
Verhaaltjes op rijm

KnoopjeKapoen-serie
1. Knoopje Kapoen
2. Knoopje Kapoen op de boerderij
3. De drie prinsen
4. Fietje Vatenkwast
5. Gerritje ging uit wandelen
6. Het dierenpostkantoor
7. De gouden klompjes

Over Fietje en haar vriendjes

Fietje, een vrolijke vatenkwast,
Die woonde in de aanrecht-kast.
Daar woonde ze al jaren.
Ze was niet jong meer, maar och kom,
Ze waste fijn de kopjes om
Al had ze grijze haren.

Ze waste in een ommezien
De lepels en de soep-terrien,
De schalen en de borden.
Ze deed de botervloot in bad
En maakte alle deksels nat.
Ze was nog bèst in orde.

En was de afwas kant en klaar,
Dan kamde zij haar lange haar
En zong een aardig liedje.
Ze hield van vrolijkheid en pret.
Ze was getrouwd. En nog wel met
De opschep-lepel Pietje.

Er woonden spullen bij de vleet,
Daar in de keuken, zo je weet.
Ze waren beste maatjes:
De afwas-teil, de koekepan,
De panne-spons, de melkkan
En het vergiet met gaatjes.

De schuimspaan en het vóórsnij-mes,
De theepot en de inmaak-fles,
Het waren bèste vrinden.
En met het keukenmeisje Mien,
Die was daar al een jaar of tien,
Kon ieder het goed vinden.

Het was zo alles bij mekaar
Een hele beste keuken daar!