Van Spanje naar ons land

Reisbeschrijving van St. Nicolaas

Op Steen gebracht naar de orgineele Schetsen van Corns De Bruin voor 6 Dec.
Plaatdruk en Uitgever Mij. De Blauwvoet - Soestdijk, 192?

Cornelis de Bruin, (1870-1940)

"Wanneer de gure wind je weer om de ooren blaast; de gele bladeren loslaten van de krakende takken der boomen, om dwarrelend in de modder van de straten en wegen neer te vallen; de striemende regen je van school naar huis jaagt, waar Moeder wacht in de gezellige huiskamer, 't kacheltje behagelijk warm, dan weten jullie, dat de Herfst, die kille, klamme gast, al een poosje bij ons is en dat spoedig de Winter zal komen, met zijn korte dagen maar heerlijke lange avonden bij lamplicht en knappend vuur. En dan is het, voor we er op verdacht zijn, ook al zóó de groote feestdag van St. Nicolaas, de dag, dat de goede oude Sint, vergezeld van zijn knecht, Zwarte Piet, heel uit Spanje tot ons komt.
Van St. Nicolaas, zijn daden en de reis uit Spanje naar hier, wil ik jullie wat vertellen.
Luister:
In Toledo woonde een goede, oude bisschop, St. Nicolaas genaamd, die veel van kinderen hield, en overal rond ging, om goed te doen en hen gelukkig en blij te maken. Eens op zijner tochten langs de huizen, luisterde hij een gesprek af van een schoenlapper, die ach en wee jammerde tegen zijn huisvrouw omdat zijn laatste geldstuk uitgegeven was, zoodat hij zelfs geen brood voor de kinderen meer kon koopen en de kleinen met leege maag naar bed moesten.
Te middernacht, toen alle kindertjes rustig in hun bedjes sliepen en de stralen van de maan de straten van Toledo verlichtten, wandelde St. Nicolaas, voorzien van een vollen geldbuidel, terug naar het huis van den schoenlapper, klopte tegen de ruiten, waarachter nog licht brandde en zette den buidel vol peseta's (een peseta is een Spaansch geldstuk ter waarde van 48 cent) op de vensterbank neer.

Sindsdien trekt hij ook eens per jaar naar ons land.

Korte inhoud:
Dit boek vertelt de reisbeschrijving van St. Nicolaas en Zwarte Piet naar ons land.
Van Toledo trekken zij eerst naar Madrid om inkopen te doen, vervolgens gaan ze stapvoets, St. Nicolaas op zijn schimmel gezeten, naar Alcala. Omdat Zwarte Piet moet lopen, gaat het langzaam. St. Nicolaas koopt een ezeltje voor hem bij een arme koopman. Nu gaat het verder, doch onderweg naar Saragossa worden ze overvallen door struikrovers. Zwarte Piet wordt gekneveld naar het hol van de rovers gesleept. Voor St. Nicolaas hebben de rovers echter ontzag en gelukkig laten ze Piet dan vrij.
De reis wordt voortgezet, ze overnachten in Saragossa en gaan de volgende dag op weg naar Huesca. Ze trekken in een dichte sneeuwstorm over de Pyreneën en bij een oude kluizenaar in zijn berghol krijgen ze warme soep. Via het zuiden van Frankrijk arriveren ze uiteindelijk in Bordeaux. In de haven ligt hun schip, de "Providence", al klaar voor de verdere reis. Als de ankers gelicht zijn en op volle zee, worden de cadeautjes ingepakt. In Nederland aangekomen, worden St. Nicolaas en Zwarte Piet door vele kindertjes, met blijde gezichtjes, verwelkomd. De geschenken worden uitgeladen en worden over een paar dagen, als St. Nicolaas jarig is, 's nachts aan de kinderen rondgebracht.

Twee fragmenten uit het boek:

Voor het grootste speelgoedmagazijn aldaar, werd halt gehouden. De eigenaar ontving St. Nicolaas persoonlijk en schreef nauwkeurig in zijn boekje, alles wat hem door den bisschop werd besteld, onder groote belangstelling van den over de trapleuning heenglurenden winkelbediende. Welk een schatten werden daar ingeslagen! Te veel om op te noemen: Treinen, paarden, konijnen, ballen, tollen, poppen, beren, huizen en winkels, weegschalen en stoommachines en een groot hobbelpaard, waar de oolijke Zwarte Piet glunderend van pret, opgeklommen was om er St. Nicolaas opmerkzaam op te maken, dat er een rijdier hem op den aanstaanden langen weg zeer welkom zou zijn.
Het was voor St. Nicolaas natuurlijk onmogelijk, alles mee te nemen. Daarom werd al het bestelde speelgoed in kisten verpakt en verzonden naar de havenplaats Bordeaux, om daar te worden ingeladen in het ruim van het schip, waarmee St. Nicolaas, aldaar aangekomen, verder zou reizen.

********************************

Bij het vallen van den avond was de wind gaan liggen hoewel de zee nog sterk in beroering bleef. Eindelijk op een Donderdagmiddag was de duinenreeks onzer kust in zicht gekomen en stoomde de "Providence" op ons land aan. De mare van St. Nicolaas' komst had zich door de havenstad verspreid en menigeen naar de rivier gelokt. De omliggende schippers hadden hun bootjes los gemaakt en roeiden met vrouw en kinderen de "Providence" tegemoet. Op den wal stond het zwart van kinderen, die zakdoekjes wuivend, hoera riepen. Uit volle borst klonken toen de kinderstemmetjes over het water: "Daar ginds komt de stoomboot van Spanje weer aan, Zij brengt ons St. Nicolaas, ik zie hem al staan. Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer, De wimpels die wap'ren al heen en al weer."
Op den voorplecht staande, nam St. Nicolaas, zichtbaar verrast, dit huldebetoon, hem zoo welgemeend door de kinderen gebracht in ontvangst. Piet had zijn handen vol, ook met den schimmel, die zeer onrustig was en wild steigerde.

********************************