De Wonderlijke Avonturen van Pieterman

Een verhaal voor kinderen van 6 tot 9 jaar

Door Greta Vollewens - Zeijlemaker, (1898-?)
Met gekleurde platen van Sijtje Aafjes, (1893-1972)
Boek uit de "Wonder-Serie", no.4
Uitgever G. B. van Goor Zonen - Gouda, 1928

Voor Boef en Usje en hun vroolijke vriendjes.

Het boek bevat drie verhaaltjes:
De Wonderlijke avonturen van Pieterman
De ware geschiedenis van een naaimandje
Heleentje.

Korte inhoud van "Pieterman":
Pieterman, de pop van Zusje, was eens een deftige Pierrot bij een rijke dame, voordat hij aan Zusje werd weggegeven. Daardoor is hij hooghartig en niet aardig tegen het andere speelgoed in de speelgoedkast.
Zusje is ook niet altijd meer lief tegen hem, ze verwaarloost hem wel eens. Op een dag wordt Pieterman door de werkster de tuin in geschopt, omdat hij in de weg ligt. 's Nachts gaat het sneeuwen en Pieterman krijgt het erg koud. Sint Nicolaas en Zwarte Piet komen juist langs op hun paarden en vinden de verkleumde Pieterman. Ze nemen hem mee naar hun huis en laten hem slapen bij de warme kachel. De volgende dag moet Pieterman alles vertellen en Sint Nicolaas zegt hem nu, dat de schuld niet alleen bij Zusje ligt, die heel erg verdrietig is, omdat zij haar Pieterman nergens meer kan vinden, doch voornamelijk bij hem zelf. Heeft hij niet ook eens driftig tegen het andere speelgoed geschopt? Pieterman ziet nu in, dat ook hij lief voor anderen moet zijn en hij wordt op Sint Nicolaasavond weer terug naar Zusje gebracht, die heel erg blij is en belooft voortaan ook weer lief voor Pieterman zal zijn. En de werkster? Zij krijgt een roe in haar klomp!

Fragment uit "Pieterman":
"Ben je wakker, jongeheer?" zei plotseling de vriendelijke stem van den oude Sint. "Zoo, zoo, je bent zeker wel wat uitgerust!"
"Ja, Sint Nicolaas," hoorde Pieterman zich zelf zoo maar zeggen, op klaarlichten dag en niemand vond 't gek. Een groote, dikke pop vlak bij hem, lachte vriendelijk en een boertje met een scheeven neus gaf hem een knipoog, of hij hem al jaren kende.
"Gek is dat allemaal," dacht Pieterman. Maar 't was ook wel iets bijzonders om zoo maar bij Sint Nicolaas op bezoek te zijn! Dat was geen gewone man en zoo'n buitenkansje overkwam niet iedere gewone pop!
"Vertel me nu eens," zei Sint Nicolaas weer, "hoe je eigenlijk heet."
"Pieterman, Sint Nicolaas," zei Pieterman weer erg zacht en erg verlegen.
"Zoo Pieterman, en hoe komt het dat jij zoo helemaal alleen uit wandelen bent getrokken, midden in de nacht?"
En nu kwam het verhaal met horten en stooten, eerst hoe hij zoo mooi Pierrot geheeten had en zulke aardige vriendjes en vriendinnetjes gehad had, en hoe ze 's nachts altijd zoo heerlijk feest gevierd hadden, alleen een beetje wild, want zijn zijden buisje was erbij gescheurd en smoezelig geworden en toen had de mevrouw uit het mooie huis hem weggegeven aan Zusje.
Zusje was erg lief voor hem geweest, nam hem altijd mee uit rijden en mee naar bed. Maar later was ze niet meer zoo lief geweest en als ze knorren kreeg van haar Moeder, gaf ze hem van boosheid een schop!
Ook vertelde hij, dat hij in het huis van Zusje geen enkel vriendje gehad had, alleen de pop Anna-Lies!
"En hoe kwam dat dan?" vroeg Sint Nicolaas verbaasd. "Was jij zelf misschien een beetje trotsch, omdat je vroeger zoo'n deftige Pierrot was en was jij zelf wel lief genoeg tegen 't andere speelgoed?" De groote, grijze oogen van Sint Nicolaas keken Pieterman over zijn bril héél streng aan. En met schrik dacht Pieterman er aan, dat de Sint gelijk had.

Korte inhoud van "De ware geschiedenis van een naaimandje":
Lientje krijgt voor het eerst handwerkles op school. Van de juffrouw moeten de meisjes de volgende dag een doosje of mandje meenemen, om hun handwerk in te bewaren.
Moeder heeft op zolder nog haar eigen naaimandje staan, dat ze altijd voor Lientje bewaard heeft. Ze doet er een mooi groen lapje in en legt er uit haar eigen naaimand een zilveren vingerhoed en een boekje met naalden in. Wat is Lientje daar blij mee! Doch haar vriendinnetjes op school, Fientje en Noortje, vinden het maar een raar oud mandje. Zij hebben een veel mooiere gekocht in de winkel voor wel 10 gulden en Fientje heeft er zelfs een gouden schaartje in.
Lientje is verdrietig, maar als de juffrouw haar mandje wel erg mooi vindt, vergeet ze haar verdriet. Lientje weet niet dat Zwarte Piet, verkleed als een gewone man en vooruit gestuurd door Sint Nicolaas, om de wensen van de kinderen te weten te komen, alles gehoord en gezien heeft. Hij vertelt het aan Sint Nicolaas, die de meisjes een lesje zal leren!
Als het sneeuwt en Sint Nicolaas en Zwarte Piet 's nachts naar de school van Lientje gaan, halen ze de naaimandjes van Lientje, Fientje en Noortje weg. Dan gaan ze naar een arme buurt, waar op een volksschool, arme kinderen zitten. Piet verwisselt daar alle oude sigarenkistjes, die als naaidoosjes gebruikt worden, voor mooie nieuwe mandjes. De oudste en lelijkste neemt hij mee en zet de nieuwe naaimandjes van Fientje en Noortje er voor in de plaats. Vervolgens brengen ze de oude sigarenkistjes naar de school van Lientje. En nu zet Piet de oude kistjes neer voor Fientje en Noortje! Het naaimandje van Lientje vindt zij 's morgens tussen de andere cadeautjes bij de schoorsteen, met een briefje erop dat zij dit voortaan maar thuis moet gaan gebruiken. Ze snapt er niets van!
Op school gekomen, mogen Lientje en Fientje de naaimandjes uitdelen, maar tot hun verbazing staat daar een prachtige reuze mand, vol met de mooiste naaispullen. Er hangt een briefje aan met Lientjes naam er op. Wat is Lientje blij. Doch Fientje en Noortje vinden de twee oude kistjes met een briefje erbij van Sint Nicolaas, dat naaimandjes alleen maar voor lieve, vriendelijke kinderen zijn en hij daarom hun nieuwe mandjes maar aan de arme kinderen gegeven had. Toen werd de klas stil, je hoorde alleen nog maar het snikken van Fientje en Noortje....

Fragment uit "De geschiedenis van een naaimandje:
Door de school ging het, waar flauw de manestralen over de trappen hen den weg wezen naar boven. Daar in een grote leege klas met rare leege banken, stond een groote kast met naaidoozen en kistjes. Piet draaide den sleutel om en haalde er alle doozen en kistjes uit. Zorgvuldig haalde hij er de pannelapjes uit met het pas begonnen roode picotje en hier en daar een klein doosje en een lapje en een vingerhoedje.
Sint Nicolaas opende de groote mand en haalde er twaalf groote mooie rieten mandjes uit, roode en paarse en groene en gele. Piet deed de pannelapjes in de nieuwe mandjes en de Sint stopte de oude kistjes en doozen in zijn eigen mand.
Toen vonden ze drie naaimandjes op een rij. En die drie mandjes namen ze zoo maar mee, zonder er iets uit te nemen. Ze waren van Lientje, Fientje en Noortje.
En nu haalde Piet triomfantelijk een groote prachtige naaimand uit zijn rooden zak, een naaimand van kleurig gevlochten riet. Er zaten wel tien kleuren in en hij rammelde, want er zat van alles in, wat een klein meisje begeeren kan: Een prachtig naaldenboekje, een klein schaartje en een doosje met een vingerhoed en een leuk trekpoppetje dat een naaldenkokertje was en klosjes en zijde en wol en haakpennen en een gekleurde sponsendoos, een kluwenhouder en een maasbal en nog veel meer! Er hing een briefje aan waarop met statige, zwarte letters iets geschreven stond. Toen haalde Piet uit zijn rooden zak nog een prachtigen, rosen, doorzichtigen zak met borstplaatjes en zette die op de lessenaar van de juffrouw, om uit te deelen. Sint Nicolaas zette er nog wat mooie Spaansche pepers bij in een groenen gemberpot. Piet rook er aan en streek liefkoozend over den pot.
Met stralende gezichten, een leegen zak en een volle mand gingen de Sint en Pieterbaas de school uit. De manestralen huppelden vroolijk vooruit, de groote steenen trap af. Buiten wachtten de paarden...