Vadertje Langbeen

Oorspronkelijke titel: Daddy-Long-Legs

Geschreven door Jean Webster 1912
Vertaling van A.C. Tholema
Met tekeningen van de schrijfster
Uitgeverij Van Breda, Hulshorst 1953

Alice Jean Webster, die eigenlijk Alice Jane Chandler heette, werd 24 juli 1876 geboren te Fredonia, New York. Zij trouwde in 1915 met Glenn Mc Kinney en overleed op 11 juni 1916, na de geboorte van haar dochter, in het kraambed.

Vadertje Langbeen kreeg een vervolg, Dear enemy, dat in 1917 in Nederland verscheen als Het John Grier Home. Hierin runt Judy's universiteitsvriendin Sally het weeshuis waar Judy ooit woonde. Ze schrijft daar brieven over aan Judy en aan een Schotse arts, met wie ze later trouwt.

Korte inhoud:
Het weesmeisje Jerusha Abbott, dat in het John Grierhuis opgroeit, wordt bij de directrice geroepen en verneemt dat een van de rijkste regenten van het weeshuis zich haar lot heeft aangetrokken en haar wil laten studeren voor schrijfster. Een voorwaarde is dat Jerusha hem eens per maand een brief moet schrijven, waarin staat welke vorderingen ze maakt. Zij moet de brief richten aan mijnheer John Smith, en hij moet gezonden worden aan zijn secretaris. De naam van de regent is niet John Smith, maar hij wil onbekend blijven. Hij zal de brieven nooit beantwoorden, alleen als er moeilijkheden zijn, mag zij zich tot zijn secretaris wenden. Omdat Jerusha een schaduw van de regent heeft gezien, toen hij het huis verliet en dit een lange dunne schaduw was, besluit zij hem in haar brieven Vadertje Langbeen te noemen.
Het boek bestaat verder uit de "eenzijdige briefwisseling" tussen Judy en Vadertje Langbeen. Langzaam groeit het vertrouwen van Judy in hem en begint ze van hem te houden. Uiteindelijk blijkt aan het eind dat Vadertje Langbeen toch niet zo onbekend voor Judy is als ze dacht en vindt ze het geluk bij haar Jongeheer Jervie.

Fragment uit het boek:
24 september,
Hoe kan ik eerbiedig zijn tegen iemand, die John Smith genoemd wil worden Waarom hebt u geen naam kunnen bedenken met een beetje karakter? Ik zou net zo goed brieven met "Beste Lantarenpaal" of "Beste Kapstok" erboven kunnen schrijven.
Ik heb deze zomer veel over u nagedacht; dat eindelijk na al die jaren iemand belang in me gaat stellen, geeft me het gevoel, dat ik een soort familie gevonden heb. Het is net of ik nu bij iemand hoor, en dat is een heel prettig gevoel. Maar ik moet zeggen, dat mijn fantasie heel weinig vindt om op voort te borduren, wanneer ik aan u denk. Er zijn maar 3 dingen die ik weet:
I. U bent lang.
II. U bent rijk.
III. U haat meisjes.
Ik geloof dat ik u "Beste mijnheer Meisjeshater" zou kunnen noemen. Maar dat is nogal beledigend voor mij. Of "Beste mijnheer Rijkaard", maar dat is beledigend voor u, alsof geld het enige belangrijke aan u was. Daarom heb ik besloten om u "Lieve Vadertje-Langbeen" te noemen. Ik hoop dat u dat niet erg vindt. Het is alleen maar een naampje voor ons tweeën - we zullen het niet aan juffrouw Lippett vertellen.
De bel van tien uur gaat over twee minuten. Onze dagen worden door bellen ingedeeld. We eten en slapen en studeren door middel van bellen. Dat is heel opwekkend; ik voel me de hele dag net een paard van de brandweer. Daar hoor ik hem! Lichten uit. Wel te rusten.
Let op hoe precies ik de voorschriften opvolg - dat komt door mijn opvoeding in het John Grierhuis.
Met eerbiedige hoogachting,
JERUSHA ABBOTT.

19 december,
U hebt nooit antwoord gegeven op mijn vraag en die was heel belangrijk.
BENT U KAAL?
Ik heb precies bedacht hoe u er uitziet - met een heel bevredigend resultaat - tot ik bovenop uw hoofd kom, en daar blijf ik steken. Ik kan niet beslissen, of u wit haar of zwart haar hebt, of een klein beetje grijzig haar, of misschien helemaal geen haar.
Ik heb uw portret getekend, wilt u graag weten, welke kleur uw ogen hebben? Ze zijn grijs, en uw wenkbrauwen steken als kleine luifeltjes naar voren ( borstelige wenkbrauwen noemen ze dat in romans ), en uw mond is recht met een neiging om bij de hoeken omlaag te buigen. O, u ziet wel, dat ik het weet! U is een korzelig humeurig oud heer.
( Daar gaat de bel ).
Als altijd uw,
JUDY.

P.S. Vergeet niet mijn vraag te beantwoorden. Als u geen zin hebt om te schrijven, laat dan uw secretaris telegraferen. Hij hoeft alleen maar te zeggen:

Mijnheer Smith is helemaal kaal,
of
Mijnheer Smith is niet kaal,
of
Mijnheer Smith heeft wit haar.

En u kunt de telegramkosten van mijn zakgeld afhouden.
Tot januari - en een vrolijk kerstfeest!