Onrust in de vierde

Geschreven door Margo van Gelre,
(pseudoniem van Gerda Nefkens)
Geïllustreerd door Rie Reinderhoff
Uitgave Boom - Ruygrok N.V. - Haarlem, 1953

Boek uit de Pionier-Serie
Deze serie brengt rijk-geïllustreerde boeken voor jongens en meisjes van 11 - 16 jaar.
Goede verantwoorde boeken, elk van 160-176 bladzijden

Korte inhoud:
An Vogel, die met haar vader in het "Vogelnest" woont, is volgens juffrouw Mooy een echte vrijbuiter. Ook Fiep, An's vriendin, is een vrolijke klant en het is geen wonder dat dit stel het zo goed met elkaar kan vinden.
Als ze na de vakantie op het Lyceum terugkomen, is echter plotseling de sfeer in de klas verdwenen.
Carla Rovers, een echte nuf, gooit roet in het eten en het steekt An wel heel erg, dat ook Niek Verhagen, haar beste schoolvriend, door Carla ingepalmd lijkt te worden.
Er vormen zich twee groepen, die langzamerhand zó vijandig tegenover elkaar komen te staan, dat een hereniging niet meer mogelijk lijkt.
Maar Bob van Loo, Roel Peters en Niek Verhagen weten er wel raad op. Op orginele wijze zorgen zij er voor dat de vrede wordt getekend.

Fragment uit het boek:
Fiep blijft lekker lui op de divan liggen. Ze is heus een beetje slaperig. Sluimert ze even in?
Als in een waas ziet ze An zitten. Ze bladert in haar boeken. Plotseling valt er een briefje uit.
An raapt het op en begint te lezen. Haar gezicht staat verwonderd. Nu komt er een diepe groef tussen haar ogen, alsof ze ernstig nadenkt. Haar ogen worden wijder. Wat is dat? Huilt An? Ze legt haar hoofd op haar armen en begint zachtjes te snikken.
"An, wat is er?" vraagt Fiep verschrikt. Ze springt haastig op en slaat haar arm om Ans schouders. Ze voelt, hoe An schokt van het huilen, maar ze geeft geen geluid.
Net als een aapje, dat verdriet heeft, denkt Fiep.
"Zeg het dan," smeekt ze. "Staat er wat in dat briefje, dat je opraapte? Van wie is het en hoe komt het in jouw tas?"
"Lees maar," zegt An, zonder haar hoofd op te heffen.
Fiep strijkt het briefje, dat An als een prop in elkaar heeft gefrommeld, glad.

"Lieve Carla," leest ze zacht voor zich heen.

"Vanavond zou ik je erg graag even willen spreken. In ieder geval kan ik je dit alvast zeggen, mijn ogen zijn eindelijk ook opengegaan.Wat ze An Vogel's frisse eerlijkheid noemen is niets anders dan een laagje vernis, dat haar werkelijke aard moet bedekken. Ze is heus niet zoveel bijzonders. Dat artistieke airtje heeft ze van haar vader afgekeken. En hij helpt haar natuurlijk altijd met haar huiswerk. Zodra ze onvoorbereid iets moet doen, brengt ze er niets van terecht, denk maar aan dat idiote verhaal over Parijs. Is ze daar wel eens geweest? Ik twijfel! Elk dagmeisje zou meer over die stad verteld kunnen hebben. Maar laat ik me niet langer in An Vogel verdiepen, ze is de moeite niet waard!
Ik verlang er alweer naar je vanavond te zien, weet je dat wel? Dan kunnen we nog weer eens van gedachten wisselen over Zwitserland en zo.

So long en erg veel liefs van je Niek.

Fiep leest dit veelzeggende briefje met stijgende verbazing en verontwaardiging.
"Wat is dat gemeen!" barst ze los.
"Ben ik..... ben ik werkelijk zó?"vraagt An met betraande ogen. "Zeg het asjeblieft eerlijk, Fiep. Ik begin aan mezelf te twijfelen. En dat Niek zoiets schrijft, we waren toch altijd goede vrienden. Al vindt hij me nu een akelig spook.
"Hoe komt dit briefje in jouw tas?"
"Weet ik het?" vraagt An hulpeloos. "'t Is er zeker in gevallen."
"Daar geloof ik niets van! Nee zeg, dat kunnen ze mij niet wijs maken. Iemand heeft het er moedwillig ingestopt om jou te kwetsen!"
"Dat kan ik niet geloven, Fiep, en ik wil het ook niet. Bah! Wat is dat allemaal lelijk!"