Wipneus en Pim

Wipneus, Pim en het plaagmannetje

Geschreven door B.J. van Wijckmade
Illustraties van H. Ramakers
Voor 8 - 10 jarigen
Uitgeverij J. Schenk N.V. - Maastricht
Opdracht voor in het boekje: Voor Willy van Tilburg
Maakt deel uit van een serie van ongeveer 41 boekjes over Wipneus en Pim.

De eerste boekjes verschenen op naam van B. van Wijckmade. Achter dit pseudoniem ging de Maastrichtse pater Bruno van der Made schuil. Later namen andere paters uit zijn congregatie de fakkel over: zij hielden het Van Wijckmade pseudoniem aan, maar voegden steeds hun eigen voorletter toe. Broeder Jo (B.J. van Wijckmade) en nog vijf anderen wisten het succes van de verhalen voort te zetten.

De eerste 5 Wipneus en Pim boekjes:
Prins Wipneus en zijn vriendje
Wipneus en Pim gaan op reis
Wipneus en Pim bij de rovers
Wipneus en Pim op Muggeneiland
Waar is prins Wipneus?

Voor verdere en meer uitgebreide informatie over Wipneus en Pim, verwijzen wij u naar:
http://www.inzichten.nl/wipneus_pim_boekjes

Korte inhoud:
Koning Goedhart woont in het sprookjesbos. Schorretje het plaagmannetje is onderweg met zijn ezeltje Mok. Het is een akelig mannetje. Hij plaagt erg graag. Zeker kabouter Pannesteel en kabouter Sleutelbaard. Gelukkig zijn daar nog Pim en zijn vriendje Wipneus. Wipneus is een prins, hij is de zoon van koning Goedhart. Samen vinden zij een kistje, waarin ze een boek vinden. Op de kaft staat:
Het Boek met Duizend Plagerijen.
Uitgevonden door mevrouw Krikkekraka.

........

Fragment uit het boekje:
En opeens pakten Wipneus en Pim het Plaagmannetje beet en keerden hem ondersteboven. Hij spartelde wel erg, maar dat hielp niet. Toen draaiden ze hem langzaam rond. Naar rechts.
"Een... twee... DRIE!"
Opeens werd het donker in de zaal. Toen een lichtstraal. Of was het een vlam? En daarna werd het weer plotseling licht. Wat schrokken ze allemaal!
Maar kijk!
Schorretje was verdwenen! En op zijn plaats stond een ander mannetje. Een leuk kereltje in een prachtig pak! Witte bloes, groene broek, witte kousen, rode schoenen, witte handschoeneen, witte muts en een prachtige, lange rode veer er op. En in zijn hand een gouden staf!
Het nieuwe mannetje klom boven op een stoel. Hij zwaaide met zijn staf. Een regen van gouden sterretjes schoot er uit.
"Beste koning Goedhart! Beste Wipneus en Pim! Beste kabouters! Ik ben Schobbertje, het Grapjesmannetje!"