Marjoleintje

Marjoleintje van het pleintje

Geschreven door Freddy Hagers
Illustraties van Hans Borrebach
Uitgeverij Kluitman - Alkmaar
Voor het eerst verschenen in 1948
Boek uit de Zonnebloem-Serie

Freddy Hagers is het pseudoniem van Frederik August Betlem, geboren in Amsterdam in 1905 en overleden in 1977 in Italië.
Zijn meest succesrijke boeken, waren de boeken over Marjoleintje. Hiervan zijn 14 delen verschenen. Beginnend bij de leeftijd 8 - 10 jaar en eindigend bij het huwelijk van Marlolein en de jaren daarna, wanneer ze met haar man in Parijs woont.

Marjoleintje van het pleintje, 1948
Belt u Marjoleintje even?
Marjoleintje op Vlieland
Marjoleintje doe je mee?
Hallo Marjolein
Marjolein's gouden hart
Goéd zo Marjolein
Succes Marjolein
Als ik jou was Marjolein, in de jaren 80 herdrukt als "Marjolein op nieuwe toer"
Net iets voor Marjolein, in de jaren 80 herdrukt als "Marjolein maakt het helemaal"
Een nieuwe taak voor Marjolein, in de jaren 80 herdrukt als "Een leuke baan voor Marjolein"
Weet wat je doet Marjolein
Marjolein op nieuwe wegen
Een nieuwe taak voor Marjolein

Marjoleintje Bronkhorst woont samen met haar vader en moeder en broertje Mario, die twee jaar jonger is, op een pleintje in een kleine stad. Iedereen op het pleintje kent elkaar. Daar wonen haar vriendinnetjes, Lonneke Veltman, Liedje de Bock en Winnie Hoekstra.
Meneer Van Kalckhoven is hun onderwijzer, en speelt een belangrijke rol in Marjoleintjes schooljaren.

Fragment uit het boek:
Li was de derde. Ze probeerde een heel onverschillig gezicht te zetten. Marjoleintje zelf bibberde als een rietje.
-Geschiedenis 7, Taal 6, Rekenen 6, Aardrijkskunde 6.... het viel waarempel nog wel mee. Niet één onvoldoende. Erger was de opmerking, die meneer opzij van het rapport had geschreven, want daar zou vader maar weinig over te spreken zijn.
- Kan veel beter! stond er in dikke letters. Dat betekende dat Li haar best niet deed....
"O, alsjeblieft!" smeekte Marjoleintje in stilte. En dan schokte ze recht in haar bank, toen meneer Vuick, het hoofd, haar naam noemde.
"Marjoleintje Bronkhorst."
Daar zou je 't hebben. Wat zou er bij haar opzij staan? Moet beter opletten, niet zo babbelen, meer aandacht hebben bij het werk.... Zoveel ruimte was er niet eens.
Als van heel ver weg hoorde ze de stem van het hoofd, die haar cijfers voorlas: acht, zeven, acht, zeven... 't ging om beurten. Gommie, dan was ze voor rekenen een heel punt vooruitgegaan, voor taal een half en voor geschiedenis, nee aardrijkskunde ook een punt. Ze zat van opwinding te wippen in haar bank.
"Een heel goed rapport," prees meneer, "er staat zelfs een opmerking opzij, zie ik: Doet beter haar best. Goed zo, Marjoleintje, ga zo verder."


Juffertje korenbloem

Geschreven door Freddy Hagers,
(pseudoniem van Frederik August Betlem, 1905-1977)
Geïllustreerd door H. Giesen
Een boek voor meisjes van 8 - 10 jaar
Zonnebloem Serie
Uitgeverij Kluitman - Alkmaar, 1955

Josientje heeft 2 grote blauwe ogen en daarom noemt de meester op school haar Juffertje Korenbloem.
Josientje wordt ziek, zo erg dat een langdurig verblijf in een sanatorium noodzakelijk wordt.
Gelukkig is het daar ook best gezellig en krijgt ze er veel vriendinnetjes. Toch duurt het voor haar erg lang, voordat zij weer naar huis mag. Maar als het dan zover is, wordt er natuurlijk feest gevierd!

Fragment uit het boek:
Aan alle bedden komt er beweging. Leonientjes moeder alleen maakt nog geen aanstalten om te vertrekken. Zij mag wat langer blijven, ze komt ook van zó ver. En bovendien komt ze niet iedere week. Nee, Josientje is echt niet jaloers hoor, alleen..... Tja, daar staan vader en moeder dan alweer, moeder heeft haar handschoenen al aan.
"Josineke," zegt vader, "tot zondag, hè. Dat is maar drie daagjes. Lief zijn voor zuster en gehoorzaam. Dag meiske...."
O, die afschuwelijke tranen, moet dat iedere keer zo gaan? Dan wil Josientje helemaal geen bezoek meer hebben. Tenminste.... och, malligheid natuurlijk, alleen het afscheid moest er niet bij horen.
Moeder bukt zich.
"Dag vrouwke, flink zijn hè? Toe nu, het is net als vader zegt: maar drie daagjes. Geef mams maar een dikke pakkerd, zo."
Josientje is flink. Ze bijt haar tanden in haar onderlip en zwaait, zwaait, terwijl ze samen naar de deur lopen. Maar voor haar ogen is een donker floers en ze ziet wel twee, drie vaders en moeders, terwijl een dikke druppel alweer bungelt aan het puntje van haar neus. Met de rug van haar hand boent ze die weg.
Ziezo, en nu is het afgelopen. Ze wil niet meer huilen, daar. Voor moeder, voor vader is het immers even erg. Nu moeten ze samen terug in die akelige bus, helemaal naar Amsterdam en onderweg praten ze natuurlijk aan één stuk over Josientje. Josientje voor, Josientje na....
Uit het bed naast haar hangt Ankie. Ook haar ogen glanzen een beetje.
"Wat heb jij gekregen?" vraagt ze.
"Sinaasappelen," wijst Josientje, "en.... en pinda's, en snoepjes."
"Wat een boel," bewondert Ankie. "Ik heb chocolaatjes, wil je er één?"
"Mag dat?"
"O ja, we delen altijd alles samen."
Daar krijgt Josientje een kleur van, want aan delen heeft ze eerlijk gezegd niet gedacht....