Een huis in een schoen

Boek naar de gelijknamige musical door Mies Bouhuys
Vormgeving Marian Rutten
Uitgegeven in 1972 door Amsterdam Boek B.V.
Geschreven in opdracht van de Nederlandse Televisie Stichting

Fragment uit het boek:
"Wacht even!" roept Señor Piet als ze met z'n drietjes op de drempel van Eeltjes huis staan. Hij trekt zijn zakboekje uit zijn fluwelen buis te voorschijn. "Zeg eens op," roept hij, "er is vast wel iets dat jullie graag in je schoen wilt op 5 december." Hij kijkt van de een naar de ander. Annabel krijgt een kleur en Eeltje lacht.
"Tsa, Señor Piet, ik heb niet eens schoenen. Alleen maar klompen. En wat ik wil? Niks, helemaal niks. Alleen maar dat ze mijn zee met rust laten. Dat ik lekker kan varen. Dat is alles. Kom mee Señor Piet!"
Maar Señor Piet heeft de rode kleur op de wangen van Annabel best gezien. "Jij weet wel iets," zegt hij. "Wat is het?"
Annabel schudt verlegen van nee en Eeltje trekt ondertussen aan de mouw van Señor Piet en roept dan dat ze nu heus aan boord moeten..
Señor Piet kijkt Annabel aan. "Nou, zeg het maar!" lacht hij. De kleur op de wangen van Annabel wordt nog roder.
"Een huis," zegt ze zachtjes, "een huis voor ons..." "Een huis?" roept Señor Piet en hij kijkt Annabel verbaasd aan met zijn grote zwarte ogen.

Stippe Stappe

Geschreven door Mies Bouhuys
Omslag en illustraties van Nellie Aarbodem
Uitgeversmaatschappij Holland - Amsterdam
Eerste druk, 1957

Stippe Stappe is een Bundel met 8 versjes en 8 verhalen, waarin Sinterklaas en zijn Pieterbazen in allerlei problemen verzeild raken.
De verhalen munten uit door eenvoud van taal en door gevoel voor de dingen, waaraan kinderen tussen 4 en 8 jaar behoefte hebben: ongekunsteldheid en spanning.


Fragment uit:
Bakker Bulder en de pepernoten

Pietje staat al voor het winkelraam van de bakkerswinkel en tuurt naar binnen, maar het is donker in de winkel en de deur is op slot. Toch eens proberen? Pietje heeft de deurknop al in zijn handen en hij rammelt zo hard als hij maar kan.
Hij hoort gestommel en een heel boze stem die roept: "Wie is daar? Wat moet je? Ik ben gesloten!"
"Doe open, doe toch open, goeie beste bakker," roept Pietje, maar zijn stem trilt een beetje. Wat een boze bakker moet dat zijn, die zo hard schreeuwt!
"Ik ben Pieterbaas," roept hij, "al onze pepernoten zijn op en iedereen zal vanavond treurig zijn, als we niets strooien."
"Haha," lachte bakker Bulder, want die is het natuurlijk, "haha! Wat geeft dat? Laat de mensen maar treurig zijn!" Hij heeft zijn deur ondertussen opengedaan en kijkt nu naar het kleine Pietje.
"Maar het is heel erg als de mensen treurig zijn," zegt Pietje, "weet u wel wat dat betekent? Komt u maar eens met me mee!"
Voor bakker Bulder weet wat er gebeurt, heeft Pietje hem bij de hand genomen en daar gaat hij mee de straat in.
"Hier," zegt Pietje, "kijk hier eens!"
Ze blijven voor een raam stilstaan. Binnen zit een hele familie: een vader, een moeder, een opa en een oma en een heleboel kinderen. Hun ogen zijn groot van verwachting: nu al kijken ze telkens naar de deur of de hand met pepernoten nog niet om de hoek komt. "Hm." zegt bakker Bulder, "hm....."
Pietje trekt hem al weer mee. "Kijk hier eens," zegt hij. Ze kijken weer door een raam. Twee kinderen zijn druk bezig een stoel te versieren, een mooie grote leunstoel, waar Sinterklaas straks in mag zitten. Ze hebben er allebei een kleur van. "Nou," vraagt Pietje, "moeten die kinderen nou niet een klein pepernootje hebben voor al hun werk?"
"Tja," zegt bakker Bulder, "tja, tja," maar zijn stem buldert al niet meer zo erg. Pietje trekt hem weer mee. "Luister hier eens even," zegt hij. Uit een huis komen een heleboel kinderstemmetjes die zo mooi als ze kunnen liedjes zingen, allemaal Sinterklaasliedjes natuurlijk.
"Nou," zegt Pietje, "moeten ze dat nou helemaal voor niks doen? Zonder één pepernootje?"
"Misschien.....," zegt bakker Bulder, "misschien...."
"Nou?" vraagt Pietje vol spanning.
"Nee, niks," zegt bakker Bulder. Pietje trekt hem al weer voort. Ze zijn bij het ziekenhuis. "Kijk hier eens," fluistert Pietje. Ze zien de witte bedjes staan met zieke kinderen en onder ieder bedje staat een slofje of een schoentje. Bakker Bulder kijkt er heel lang naar. De rimpels van kwaadheid lopen langzaam van zijn gezicht weg en opeens zegt hij: "Kom mee, kom gauw mee en roep alle andere Pieterbazen!"
Pietje fluit op zijn vingers en uit alle hoeken en gaten komen ze voor de dag. Op een holletje gaat het naar de bakkerij van bakker Bulder....