Biggles

Biggles in Afrika

Geschreven door William Earl Johns (1893-1968) en uitgegeven in 1961.
De schrijver was een oud oorlogsvlieger uit de 1e wereldoorlog. Voordien was hij luchtvaartjournalist.
In 1927 verliet hij de luchtmacht en stapte over naar de geheime dienst.
Hij begon met de Biggles-Serie in 1939
Tijdens de 2e Wereldoorlog zat hij als veteraan in Londen op het departement voor oorlogs-propaganda.
Hij schreef ongeveer 110 boeken over Majoor James Bigglesworth DSO (Distinguished Service Order)
Oorspronkelijk uitgegeven door Oxford University Press, Londen. In Nederland en België bij Prisma-Boeken te Utrecht/Antwerpen
Vertaald door B. Schmidgall
Illustraties van P. van Boxsel

Er zijn 92 Biggles avonturen in het Nederlands vertaald, waarvan de laatste in 2001 onder de titel Biggles en zijn basis (oorspronkelijke titel:The boy Biggles, 1968). Hoewel de eerste vertaling al in 1946 verschijnt (Biggles tart het hakenkruis), raken de boeken pas in de loop van de jaren 50 door uitgeverij "De Ster" (Antwerpen), bekend. Andere verhalen verschijnen daarna bij "Born" in Assen.
Sommige delen zijn ook op school als leerboekjes Engels verschenen, voorzien van een woordenlijst. De grootste populariteit bereiken de boeken vanaf eind jaren vijftig, als ze bij uitgeverij "Het Spectrum" worden uitgegeven in de "Prisma juniores-reeks.

Biggles is een piloot die, in opdracht van majoor Raymond van de Britse Inlichtingendienst, allerlei speciale missies uitvoert. De meeste avonturen beleeft hij samen met zijn neef Algernon Montgomery Lacey (Algy), met wie hij na afloop van de Eerste Wereldoorlog het luchtvaartbedrijf Biggles en Co. opzet. Naderhand voegen zich daarbij nog Biggles' beschermeling "Ginger" Hebblethwaite en, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, ook Lord Bertie Lissimouth (Lissie). In veel boeken is de Pruisische kolonel Erich von Stalhein, zijn tegenspeler.

Fragment uit Biggles in Afrika :
"Vul de tank alstublieft," zei Biggles tegen de mecanicien van de gronddienst, toen hij uit het vliegtuig stapte en zich uitrekte voordat hij de schaduw van de hangar opzocht, want de zon scheen intens fel.
Algy en Ginger volgden hem, het zweet van hun gezicht afvegend, nadat ze hun tropenhelm achter op het hoofd geschoven hadden.
"Nogal heet hier, hè?" grinnikte Ginger. "Heb je soms iets anders verwacht aan de equator?" glimlachte Biggles.
"Zijn wij er precies?",
"Je loopt erop-je zou het tenminste doen als er een lijn was. Maar wacht eens. Ik wil deze man even spreken."Biggles betaalde hetgeen hij verschuldigd was en nodigde toen de mecanicien uit, iets met hem te gebruiken in de kantine. Hij bleek een Engelsman te zijn die Harker heette.
"Herinnert u zich een jongeman, genaamd Morton, die hier zowat een jaar geleden kwam?" vroeg Biggles langs zijn neus weg.