De verhaaltjes van Milly-Molly-Mandy

Geschreven en geïllustreerd door Joyce Lankester Brisley, (1896-1978)
Uitgever P. Dz. Veen - Amersfoort, 1930
Boek- en kunstdrukkerij S. W. Melchior - Amersfoort

Vertaling van Milly-Molly-Mandy stories, 1928
George G. Harrap & Co. Ltd., London.

Soms doet ons goed het stille-zijn
Soms 't vliegen als de wind;
't Is goed te zijn nú eens alleen,
Dàn met een ander kind.

En 't komt er waarlijk niet op aan,
Of 't kind is groot, of klein,
Of oud, of jong - zoolang het kind
Maar werk'lijk kind wil zijn.

Joyce Lankester Brisley

Wie is Milly-Molly-Mandy?
Er was eens een klein meisje.
Zij had een Vader en een Moeder, een Grootvader en een Grootmoeder, een Oom en een Tante; en die woonden allen samen in een aardig, wit huisje met een rieten dak.
Dat kleine meisje had kort haar, korte beentjes, korte jurken (in den zomer van rose wit gestreept katoen en in den winter van roode wollen stof). Maar haar naam was heelemaal niet kort, want zij heette Millicent Margaretha Amanda. Natuurlijk konden Vader en Moeder en Grootvader en Grootmoeder en Oom en Tante onmogelijk " Millicent Margaretha Amanda" roepen, wanneer zij haar iets zeggen wilden, daarom hadden zij den korteren naam "Milly-Molly-Mandy" bedacht, dit was veel gemakkelijker.
Iedereen in 't aardige witte huisje met het rieten dak had zijn eigen bezigheden - zelfs Milly-Molly-Mandy. Vader teelde groenten in den grooten tuin rondom het huisje. Moeder kookte het eten en zorgde voor de wasch. Grootvader bracht de groenten in zijn hittenwagen naar de markt. Grootmoeder breide kousen, handschoenen en warme wollen onderkleeren voor allemaal. Oom zorgde voor de koeien, die hun melk gaven en voor de kippen, die hun eieren legden. Tante maakte hun kleeren en schrobde de vloeren en nam stof af van de meubels.
En wat deed Milly-Molly-Mandy dan?
Dat zal ik je vertellen. Milly-Molly-Mandy's beentjes waren heel kort, dat weet je al, maar ze waren heel geschikt en gewillig om gauw even boodschappen te doen. En daarom had Milly-Molly-Mandy het op haar manier heel druk met allerlei te halen en te brengen en boodschappen te doen.

Andere personen uit het leven van Milly-Molly-Mandy zijn:
Haar vriendinnetje Suusje Mulder met haar kleine zusje Doortje - Jan Bos, zoon van Baas Bos van de Graanhandel - Mevrouw van der Meulen en Marietje uit het Grote Huis - Jetje, die woont in de winkel van juffrouw Jansen - Toby, de hond - Miesje, de poes - Peters, de postbode - Baas Robbe, de smid - Bartels, de rietdekker - Verhoeven, de kruidenier - Nieuwenkamp van de bakkerij

Fragment uit Milly-Molly-Mandy als winkelierster:
Juffrouw Jansen gaf haar nog allerlei inlichtingen, drukte haar vooral op het hart, de menschen te vragen over een uur terug te komen, en om toch niets te verkoopen, als zij niet heel zeker den prijs er van wist. Toen zette juffrouw Jansen haar hoed op, sloeg haar boa om den hals en vertrok zoo gauw zij kon.

Milly-Molly-Mandy bleef alleen achter met de zorg voor den winkel! Natuurlijk voelde zij zich heel gewichtig en verantwoordelijk. Zij nam den stofdoek van den haak en begon den toonbank af te stoffen; toen keek ze naar alle zakdoeken, die voor het raam lagen uitgestald, naar de kousen en sokken en de flesschen met lekkers. Zij zag hoe juffrouw Nieuwenkamp aan den overkant bezig was om de brooden en koekjes in de uitstalkast te leggen, en hoe Baas Verhoeven, - die een kruidenierszaak had, met een klein kantoortje achter in den winkel, waar je postzegels en briefkaarten kon koopen en postpakketten kon afgeven, - voor zijn deur stond te genieten van den heerlijken zonneschijn. En Milly-Molly-Mandy vond het heerlijk te denken, dat zij nu ook een winkel had, precies zooals zij.
Plotseling werd de klink van de deur opgelicht, de bel boven de deur ging over, en wie denk je, dat daar binnenstapte? Niemand minder dan haar vriendinnetje Suusje! Wat keek die vreemd op, toen zij Milly-Molly-Mandy achter de toonbank zag staan!

Milly-Molly-Mandy doet de huishouding

Geschreven door Joyce Lankester Brisley, (1896-1978)
Geïllustreerd door de schrijfster
Uitgever L.J. Veen - Amsterdam, 1956
Voor kinderen van 4 -7 jaar

De inhoud van dit boekje is samengesteld uit:
More of Milly-Molly-Mandy en
Further Doings of Milly-Molly-Mandy
George G. Harrap & Co. Ltd., London.
Milly-Molly-Mandy verscheen voor het eerst in Engeland in 1925.

In de Milly-Molly-Mandy-serie zijn ook verschenen:
Milly-Molly-Mandy
De verhaaltjes van Milly-Molly-Mandy
Milly-Molly-Mandy geeft een partij
Milly-Molly-Mandy vindt een nest
Milly-Molly-Mandy gaat kamperen
Verdere verhaaltjes van Milly-Molly-Mandy
Milly-Molly-Mandy gaat een dagje uit
Milly-Molly-Mandy krijgt een eend
Milly-Molly-Mandy op het feest van de smid.

Fragment uit het boekje:
Milly-Molly-Mandy was erg blij, dat ze nu een aardig eigen kamertje had om haar vriendinnetjes mee naar toe te nemen. Hannie van de buren vond het een erg lief kamertje en ze bewonderde het kleedje met de roodborstjes, dat op het kleine groene kastje lag.
Toen zij weer beneden kwamen, had Moeder de lamp opgestoken en Tante had de gordijnen dichtgetrokken, en Oma begon juist de bollen op te warmen. Milly-Molly-Mandy en Hannie van de buren en Suusje vroegen alledrie, of zij het voor Oma mochten doen.
Zij gingen dus op een rij zitten voor het vuur, ieder met een roostervork en het duurde niet lang of Suusje en Hannie praatten net zo gezellig samen over school en papieren poppetjes en allerlei, alsof ze elkaar al heel lang kenden. En telkens als zij een bol klaar hadden, smeerde Oma die en legde hem in een grote overdekte schotel op het fornuis om warm te blijven.
Op dat ogenblik werd er aan de achterdeur geklopt en toen Moeder open deed, was daar Jan Bos met een briefje van Mevrouw Bos. (Het was een recept voor gemberkoekjes, waar Moeder om gevraagd had.)
"Dank je wel", zei Moeder, "je komt mooi net op tijd voor de avondboterham. Je mag zeker wel een uurtje blijven?"
Jan kwam binnen en Milly-Molly-Mandy gaf hem haar vork en hij begon ook mee te roosteren en Milly-Molly-Mandy mocht Oma helpen met smeren.
Het begon bepaald lekker te ruiken in de keuken met die warme bollen en de kersencake en de gewone cake en de aardbeienjam en de honing en het verse bruine en witte brood.
Toen Vader even later uit de tuin binnenkwam en Opa uit de stad en Oom en Meneer Klein van de kippen, hadden zij allemaal evenveel trek.
Milly-Molly-Mandy en Hannie Klein en Suusje en Jan Bos zaten aan een afzonderlijk tafeltje met de kersencake in het midden, die Milly-Molly-Mandy mocht snijden. De grote mensen zaten om de grote tafel. Toby en Miezepoes wilden het liefst bij de kleine tafel zitten.
Toen praatte en lachte en smulde iedereen en het vuur in het fornuis knetterde vrolijk. En alle warme bollen werden opgegeten. Toby kreeg het laatste halfje, maar Miesje wou niets anders hebben dan kersencake, zonder de kersjes.
En toen Milly-Molly-Mandy nadat alles op was en alles was opgeruimd haar vriendinnetjes en Jan Bos uitgeleide had gedaan langs het paadje, kwam ze terug en stond midden in de keurig opgeruimde keuken even te denken hoe h e e r l i j k het toch is, om goede vrienden op bezoek te hebben.