Anne de Vries


Anne de Vries werd geboren op 22 mei 1904 te Assen. Hij werkte in 1923 als onderwijzer in 2e Exloërmond. Ook heeft hij tot 1936 voor het blindeninstituut Bartiméus in Zeist gewerkt.
Zijn eerste boek was een leesboekje voor de lagere school: Evert in Turfland, verschenen in 1930.
Zijn bekendste boek was ongetwijfeld Bartje, dat in 1935 verscheen. Hierna gaf hij zijn baan bij het onderwijs op en werd fulltime schrijver.
Anne de Vries overleed op 29 november 1964 te Zeist.

Anne de Vries schreef boeken voor volwassenen, kinderboeken, jeugdboeken, voorlees- en vertelboeken over de bijbelse geschiedenis, lees- en taalboekjes voor de lagere school ( Het boek van Jan Willem ) en een serie boekjes voor het verkeersonderwijs op de lagere school. ( Eerbied voor het leven ). Zijn werk werd vaak vergezeld door illustraties van Tjeerd Bottema en C. Jetses.
Zijn belang voor het taal- en met name het leesonderwijs was groot. Generaties protestants-christelijke kinderen keken ieder jaar weer uit naar nieuwe deeltjes over Jaap en Gerdientje.

Beknopte bibliografie:
Evert in Turfland 1930
Jongens van de straat 1934
Bartje 1935
De stroper 1935
Jaap en Gerdientje 1937
Op de grote heide 1937
De grote veenbrand 1937
Groot vertelboek voor de Bijbelse geschiedenis 1939
Verhalen voor Kersttijd 1948
Honderd vertellingen uit de bijbel 1949
Het boek van Jan Willem 1950
Reis door de nacht 1951-1958 4 delen
Kinderkleurbijbel (Oude testament) 1961
Ons eigen Leesboek 1955-1962. Voor het leesonderwijs in Suriname.