Vlucht naar Engeland

Door Ab. Visser, (Albert Visser 1913-1982)
Geïllustreerd door Hans Borrebach, (1903-1991)
Uitgegeven door "De Bourdon", Afdeling jeugd- en Ontspanningslectuur der Delftsche Uitgevers Maatschappij - Delft, 1947

Korte inhoud:
De vrienden Dick Ter Steege en Henk Walraven zijn tijdens de bezettingsjaren leerlingen van de derde klas van de H.B.S. Dick's oudere broer Theo werkt voor Vrij Nederland en heeft een revolver op zak. Henks vader is dominee en predikt zondags anti-duitse preken in de kerk. Op een noodlottige dag wordt hij door de Duitsers opgepakt en naar kamp Amersfoort afgevoerd.
In de klas zit ook Hans Dorhout, een laffe N.S.B.-er, die voortdurend met de andere leerlingen overhoop ligt. Alleen bij de leraar, die "de Aap" wordt genoemd en die eveneens fout is, vindt hij nog steun.
Dick is heimelijk verliefd op Doortje Wortelboer, een mooi en lief meisje uit de klas. Doch als bekend wordt dat Doortjes oudere broer Freek bij de W.A. dient en er bij haar thuis dikwijls Duitsers over de vloer komen, bekoelt zijn verliefdheid. Doortje is hier verdrietig om, zij kan daar niets aan doen en schaamt zich er voor, vooral als Freek in uniform loopt.
Tijdens een boottocht langs de dijk ontdekken Dick en Henk in een oude praam, die tussen het riet ligt, een hol. Nieuwsgierig gaan ze naar binnen en vinden een aantal afgesloten kisten. Een boer schreeuwt ze met barse stem toe om te verdwijnen en verbiedt ze om ooit nog terug te komen.
Theo wordt tijdens zijn illegale werk verraden en opgepakt. Hij wordt veroordeeld tot de kogel. In Dicks tas wordt door "de Aap" een krantje van Vrij Nederland gevonden. Hij overhandigt dit aan "de Pijl", een N.S.B-er, die al lang een oogje op Dick heeft, doordat Dick hem eens een streek geleverd heeft, door hem een Jodenster op de rug te plakken, waarmee hij door het dorp gelopen heeft en door iedereen werd uitgelachen. Dick neemt de revolver van Theo met het plan om "de Pijl" voorgoed te laten zwijgen. Eerst gaat hij naar Henk om zijn hulp te vragen, doch Henk wil hem niet helpen. Hij raadt Dick aan om onder te duiken in de oude praam.
Ondertussen praat Henk met Doortje over Dick. Doortje is nog steeds verliefd en wil Dick graag helpen. Er volgt een gesprek met haar broer Freek, die belooft te helpen. En dan blijkt dat Freek een als N.S.B.-er vermomde spion onder de N.S.B.-ers is! "De Pijl" wordt alsnog terechtgesteld en bovendien weet Freek het voor elkaar te krijgen dat Theo bevrijd wordt. In de oude praam waar Dick is ondergedoken, ontmoet hij zijn broer Theo weer. Freek zorgt er ook voor dat in een groen geverfde weermachtsauto Theo en Dick naar Friesland worden gebracht. Daar varen ze met een roeiboot het meer op, alwaar spoedig een watervliegtuig landt. Er wordt onder tranen afscheid van Freek genomen en dan vliegen Theo en Dick samen naar het vrije Engeland. Freek zal verder zijn zware rol vervullen in de politieke strijd om de vrijheid van zijn vaderland. Hij zal zich de haat van zijn landgenoten op de hals halen, terwijl hij die minder dan wie ook verdient. Toch is hij dankbaar voor het goede werk, dat hij op deze manier verrichten kan.
Dick's besluit staat vast. Als hij later weer in Holland terug zal komen, zal Doortje zijn vrouw worden.

Fragment uit het boek:
"Ziezo, als je je rustig houdt en verstandig wilt luisteren, dan maak ik je weer los," zegt Freek tegen Dick, die hem met donkere driftogen aankijkt, machteloos, nu hem de handen en voeten stevig gebonden zijn.
"Ik wil niets met landverraders te maken hebben," zegt Dick trots, maar met een stem, die desondanks lichtelijk beeft.
De boer lacht luid en brult "Landverraders - die is goed. Ik ken dat jongetje, ik heb hem een keer met zijn vriendje van de dijk gestuurd, toen ze hier rondspookten."
Er heerst een ogenblik van stilzwijgen in het ruim. Men hoort het gonzen van vele vliegmachines en het dreunen van bommen en afweergeschut in de verte. "Ze nemen Emden weer te grazen," merkt de boer op tegen Freek, die een kist tevoorschijn sleept, deze opent en er drie uniformen van Duitse officieren uit te voorschijn haalt, compleet tot in alle onderdelen.
"Ziehen sie die Kleider an, meine Herren," zegt hij tegen de beide Engels sprekende mannen. Deze antwoorden in perfect Duits: "Bitte schön!"
Het duurt niet lang of Freek en de beide mannen zijn gekleed als Duitse soldaten, hoge officieren met mooie, rinkelende dolken opzij.
"Heil Hitler," zegt Freek met een spotlach en steekt zijn hand in de hoogte.
"God save the King!" antwoorden de anderen met militair saluut. Dick kijkt verwonderd toe en de boer slaat zich lachend op de knieën: "Jullie lijken rasechte moffen," brult hij.
Freek zet zich neer op de kist, steekt een sigaret op en richt zich weer tot Dick. "Weet je, waarom wij deze vervloekte apenpakjes aangetrokken hebben? Ik zal het je meteen maar zeggen. Om je broer Theo te redden. Die is veroordeeld tot de kogel."
Dick wringt zich in zijn touwen en maakt een kreunend geluid, maar Freek vervolgt: "Wij rijden in een auto van de weermacht naar de gevangenis en duwen den directeur een papier onder de neus, waarin het bevel van de Ortskommandant staat, dat wij den gevangene onmiddellijk aan een verhoor moeten onderwerpen. Maar als hij eenmaal goed en wel in de auto zit, dan rijden wij de verkeerde kant uit en brengen Theo hier. Morgenavond vluchten jullie samen met deze dappere mannen naar Engeland."
De achterdocht ligt duimendik op Dick's gezicht. "Je bent gek en je bent een schurk," zegt hij, "als ik dat geloofde, moest ik niet weten dat jij N.S.B.-er was."
"Een als N.S.B.-er vermomde spion onder de N.S.B.-ers," verklaart Freek rustig. Een paar seconden kijkt Dick hem doordringend in het eerlijke, rustige gezicht. Hij bedenkt dat Freek een broer van Doortje is en dus eigenlijk niet doortrapt gemeen kan zijn. Maar als het waar is wat hij daar hoort, dan heeft hij Doortje ook verkeerd beoordeeld.
"Als je me bedriegt, schiet ik je dood," dreigt hij plotseling.