Goud-Elsje

Geschreven door M. de Lange - Praamsma, (1906-1990)
Bandomslag en illustraties van Rie Reinderhoff
Uitgave van G.F. Callenbach N.V. - Nijkerk 1946

De Goud-Elsje serie bestaat uit:
Deel I Goud-Elsje 1946
Deel 2 Goud-Elsje verlooft zich 1948
Deel 3 Goud-Elsje draagt een dubbele naam 1949
Deel 4 Nog is het lente voor Goud-Elsje 1950
Deel 5 Goud-Elsje na de grote storm 1953
Deel 6 Riet Berkhout 1955
Deel 7 Lotty is Lot geworden 1956
Deel 8 Lente voor Lot 1958
Deel 9 Weerzien van Han 1959
Deel 10 Moeder Els 1960

Korte inhoud:
Elsje Berkout woont met haar vader, moeder, broer Joop en zusjes Nel en Rietje, in een klein kwekershuisje genaamd "Ons Nestje". Doordat de verdiensten van vader teruglopen, moet Elsje als oudste dochter de H.B.S. verlaten en een baan gaan zoeken. Haar grote vriend Taco Schaafsma, zoon van de dokter en wonend op het naastgelegen "Blier Herne", helpt haar hier bij.
Elsjes vriendinnetje Poeleke is een geadopteerd Indo meisje. Zij blijft zitten op school en dat wordt haar door haar stiefouders erg kwalijk genomen. Vooral haar stiefmoeder kan niet met Poeleke opschieten. Het gezin Berkout ontfermt zich over Poeleke en als Elsje de stiefmoeder eens hard de waarheid verteld, komt zij tot inkeer en wordt het ook voor Poeleke nog goed.
De familie Berkhout gaat om uit de zorgen te geraken kamers verhuren aan Mevr. van der Griend en haar dochtertje Lotty. Deze is erg zwak en ziekelijk en moet veel rusten. Ze wordt een lief vriendinnetje voor Elsje.
Als moeder na een blindedarmontsteking moet rusten, neemt Elsje de taak van huisvrouw op zich, en zorgt als "moedertje Els" goed voor het gezin. Uiteindelijk als moeder weer thuiskomt en Taco een baan voor Elsje gezocht heeft, komt alles in het gezin Berkhout weer goed.

Fragment uit het boek:
Het was stil in de knusse achterkamer van "Ons Nestje" op die vinnig-koude Zaterdagavond in de tweede helft van November.
Niemand zei iets.
Je hoorde alleen maar gezellige geluiden. Het suizen van de gaslamp, het snorren van het kacheltje, dat vuurrood stond, het tikken van het klokje, af en toe het ritselen van vaders krant, het ratelen van moeders naaimachine, het regelmatige getikkel van Elsje's breinaalden, het krassen van Joop's pen op het papier.
Oer-knus, alles zo bij elkaar, vond Els, terwijl ze, ijverig breiend aan een paar sterke, zwarte sokken voor vader, even opkeek van het boek, dat ze ondertussen las. Ze was alweer ruim veertien dagen thuis nu. En ook alweer helemaal de oude.
O, Joop was zeker klaar met z'n werk. Hij ruimde zijn spullen tenminste op en pakte, met een steelse blik, eerst naar het klokje en dan naar moeder, gauw nog even z'n leesboek.
Gelukkig voor 'm, vond Els. Moeder merkte niets. 't Was z'n tijd anders al geweest.
Dan zag ze opeens moeders gezicht pijnlijk vertrekken.
Ze schrok er van. Wat was dat nu?!....