Ons Thuis - Serie
De Witte Wereld

Vertellingen voor Jongens en Meisjes

Door: Marie Leopold - Kath. Leopold - Henr. Dietz
Cath. van Rennes - Alletta Hoog - S. Maathuis-Ilcken e.a.
Met platen van: Mevr. B. Midderigh-Bokhorst - Rie Cramer
Wybo Meyer - Nelly Spoor - Tj. Bottema
Uitgever L. J. Veen - Amsterdam, 1913

Inhoud: 25 korte verhaaltjes.

Fragment uit:De witte wereld
(geschreven door Henr. Dietz, illustratie van Wijbo Meijer):
Maar 't eten was pas op, of de kinderen stonden alweer met de neuzen platgedrukt tegen de ruiten. 't Sneeuwde niet meer, en 't waaide niet meer, en de maan scheen zoo helder op de sneeuw, haast of het dag was.
Pa en Moeder stonden achter de kinderen en keken ook naar buiten. Toen keerde Henk zich in eens om naar Pa: "Ja, Pa?" bedelde hij. En Pa keek Moeder aan en vroeg: "Ja, Moeder?" Dat waren maar twee woordjes, maar Pa begreep Henk, en Moeder begreep Pa. - "Zou 't niet te koud zijn, Pa?" vroeg ze. - "'t Is zoo stil, wel, nee, Moeder," zei Pa, "mantels om en mutsen op!" Meer was er niet noodig: met een hoeraatje stoof het troepje al de kamer uit.
Pa en Moeder bleven kijken.... Hé, waren ze nu nog niet in den tuin..... "Waar blijven ze?" zei Moeder. - "'t Is net, of 'k ze op de trap hoor," zei Pa. - "Wel, nee, man, wat zou'en ze boven doen, de mantels en mutsen hangen allemaal in de gang!".....


O, daar kwamen ze, in optocht. Henk alleen voorop, dan Anne met Hans, Noor en Elly achteraan. 't Is vandaag de witte wereld!" zongen ze, dat het klonk door den stillen tuin.
En achter de vensters stonden Pa en Moeder slap van lachen. "Dat 's een grap van Noor!" riep Pa. - "Hoe verzinnen ze 't!" riep Moeder. - Ja, natuurlijk, Noor had het weer bedacht, die zat altijd vol grappen. Ze moesten allemaal in 't wit, dan was 't pas echt de "witte" wereld. - "Hoe dan, hoe, dan?" -
"Sst! sst! Anne en Elly, kom jullie gauw even mee naar boven. Henk, blijf jij zoolang bij Hans!" fluisterde Noor. -
Toen de meisjes de trap weer afslopen, hadden ze hun witte nachtponnen aan over de kleeren. Voor Henk hadden ze een wit beddeschort met lange mouwen van Kee meegebracht, en Hans kreeg een wit schortje van Elly aan, dat hem tot aan de schoentjes reikte: "Sst!, sst, witte wereld!"
Zóó trokken nu de kleine, witte gedaanten met de witte wollen mutsen op in 't witte maanlicht door den witte tuin: "t Is vandaag de witte wereld!"
Maar lang duurde 't marcheeren niet. Al gauw werd het een hollen en dollen en rollen door de sneeuw en vlogen de ballen heen en weer. -