Wilde Roos

Geschreven door Henriëtte Donker - van Hengel (*1896)
Geïllustreerd door G. D. Hoogendoorn (1892-1948)
Uitgever H. Meulenhoff - Amsterdam, 1935
Boek uit De Gulden Serie
Voor meisjes 13 - 17 jaar

Korte inhoud:
Lette van Heuvel wordt door haar ontembaar karakter "Wilde Roos" genoemd. Met haar voortdurende streken, brengt ze dikwijls haar moeder tot wanhoop. Vader is bijna nooit thuis, omdat hij voor zijn werk veel moet reizen. Zij heeft een oudere zuster Alma, twee jongere zusjes, Mies en Pem en een klein broertje Jan, die "Dot" wordt genoemd.
Als op een dag een deftige freule op bezoek komt en Lette haar kikkers tijdens dit bezoek loslaat in de kamer, is de maat vol. Lette moet uit huis om getemd te worden. Een zakenrelatie van vader, die in Parijs woont, is bereid Lette als kindermeisje voor zijn twee zoontjes in huis op te nemen. Lette vindt het maar saai in het kleinburgerlijke Franse gezin. De jongetjes zijn vervelend en met mevrouw kan zij niet goed opschieten.
Op een dag ontmoet Lette twee Hollandse meisjes, Frans en Lilly, die in Parijs studeren. Zij kunnen het meteen goed met elkaar vinden en aan mevrouw vertelt Lette dat het haar nichtjes zijn, zodat zij toestemming krijgt de meisjes dikwijls te bezoeken. Samen hebben ze nu dolle pret, doch de studentjes hebben ook een goede invloed op Lette. Zij ziet het nut van studeren in en besluit haar L.O.-akte te halen om onderwijzeres te gaan worden. Dit schrijft ze naar huis en ze krijgt toestemming om naar huis te komen.
Terug in Holland werpt Lette zich enthousiast op haar studie. Als ook Frans en Lilly later weer in Amsterdam zijn, wordt de vriendschap voortgezet. Lilly heeft zich intussen verloofd met Jacques, de Parijse buurjongen van Lette. In het gezin van Lilly's ouders komt Lette graag, niet in het minst door de ontmoeting met Lilly's broer Frits, een student in de medicijnen. Hij laat Lette's hartje sneller kloppen. Lette wordt verliefd en het is wederzijds, doch Frits wil wachten met zich uit te spreken tot na Lette's examen. Als Lette dan glorieus slaagt, staat niets hun geluk meer in de weg en is "De Wilde Roos" voorgoed getemd.

Fragment uit het boek:
Vluchtig nam Lette de felicitaties der heren in ontvangst, en huppelde toen de zaal uit, verzuimde zelfs 't zweetkamertje in te gaan, om te vertellen, dat ze geslaagd was. Och, wie interesserde 't daar ook?
Ze had nu maar één wens: naar huis, Moeder vertellen, Vader telegraferen, die zou overkomen, wanneer 't hem maar enigszins mogelijk was. Ze bolderde de trappen af, en werd door twee sterke mannenarmen opgevangen:
"Lette, kindje, je bènt er?"
"Frits," jubelde Lette, en vergat in haar vreugde zich anders voor te doen, dan ze was.
En nu twijfelde Frits ook geen minuut langer, hij trok Lette dicht tegen zich aan:
"Lette, kindje, mijn eigen lief meisje, jij, Wilde Roos....."
't Leek allemaal zo vanzelfsprekend, alsof een andere ontmoeting tussen hen eenvoudig zelfs niet denkbaar was.
En Lette, overrompeld, liet zich vangen, liet zich kussen, gretig nam ze al de lievelingsnaampjes in haar op, die Frits haar influisterde.
"Frits, hoe kom je hier, en hoe kom je zó?" "Stiekum complot met Lil, kindje, en na de receptie had ik mezelf tot plicht gesteld je met rust te laten tot je examen gedaan had, maar je ziet, geen minuut langer heb ik willen wachten."
"Maar hoe wist je...."
"Nu ga eens door, dat ik....."
"Eerst zul je me eens behoorlijk feliciteren," zei Lette schalks.
"Als jij 't mij doet!" antwoordde Frits.
"Waarmee, en met wie?"
"Met ons engagement, liefste mijn!"

Moeder zat in de serre, op de uitkijk, ongerust, gejaagd, nerveus: er was wat met één van haar kiekens, ze voelde 't, 't was Lette, waar bleef ze, wat voerde ze uit, wat gebeurde er.....
Ze stond telkens op, tuurde de weg af, daar klapte toen eindelijk 't hekje: voor de opengeslagen ramen stond Moeder, en kèèk, haar ogen strak in spanning op Lette gericht: daar wàs ze....., met Frits..... samen....., gearmd..... 't was even een moment doodstil, toen klonk Lette's vreugdekreet:
"Mòèder!"
Had ze wel ooit zó "Moeder" geroepen, had ze wel ooit zo sterk gevoeld, wat Moeder in haar leven betekende?
Toen vloog ze op Moeder af, kuste haar lief zorgengezichtje:
"Moeder, Moeder, ik ben er!"
"Moeder, en ik ben er ook!" zei Frits lachend.
"Wilt U een klein plaatsje ruimen in Uw hart voor Uw schoonzoon?"