Joep Spikkel


De Avonturen van een Lievenheersbeestjeszoon

Joep en de mannen van Kop-Op

Door C. Siegmann
Met 20 illustraties door de schrijfster
Uitgever Kluitman - Alkmaar, 1947
Serie A Deeltje 1
Gedrukt te Wormerveer bij Meijer's Boek- en Handelsdrukkerij

"Voor Bakker Doeven"

Wordt vervolgd door:
Deel 2 Joep heeft een drukke dag
Deel 3 Joep Spikkel uit kamperen

Korte inhoud:
In het koolveld woont de rupsenfamilie Kop-Op. Vader werkt er als schoenlapper en hij heeft 12 zonen, die de mannen van Kop-Op, worden genoemd. Omdat zij een boze stiefmoeder kregen, besluiten 11 mannen van Kop-Op de wijde wereld in te trekken. De jongste, de kleine Klaasje, blijft thuis, waar hij hard moet werken en geen eten en kleren krijgt van de boze stiefmoeder Lijsbet. De mannen van Kop-Op gaan een bakkerij beginnen. In een ronde appel bijten ze een deurtje, raampjes en een trap naar de grote slaapkamer. Beneden waar de winkel moet komen, knagen ze een oven en een toonbank. De bakkerij krijgt ook een naam: "De gekroonde Maan."
Nu gaan de mannen van Kop-Op meel halen bij de molenaar. Het knechtje van de molenaar, Pom Spikkel en zijn broertje Joep, helpen mee om het meel naar binnen te sjouwen. Pom en Joep zijn Lievenheersbeestjeszonen, die vlak in de buurt van het koolland wonen, waar vader Kop-Op zijn schoenlapperswinkel heeft.
Zo hoort Joep op een dag, dat vader Kop-Op gemerkt heeft dat zijn kleine Klaasje slecht wordt behandeld door stiefmoeder Lijsbet. Hij is hier zo boos over, dat hij zijn schoenlapperswinkel verkoopt en voor het geld kleren en speelgoed voor Klaasje koopt. Als hij ook zijn huis wil verkopen, belooft Lijsbet voortaan altijd lief voor Klaasje te zijn.
Op 5 december wordt er intussen hard gewerkt in de bakkerij. Speculaasvrijers, marsepein, borstplaat, chocoladeletters en taarten met het portret van Sinterklaas erop, worden gebakken. De mannen van Kop-Op krijgen het verschrikkelijk druk en al snel is alles uitverkocht. Doodmoe gaan ze die avond naar bed.
's Nachts als Sinterklaas en Zwarte Piet over de daken rijden, horen ze opeens een luid gehuil. Het zijn 600 spinnetjes, die zojuist zijn geboren en die door Sinterklaas vergeten zijn. Wat nu te doen? Al het speelgoed is op. Alles is al rond gebracht. Ze besluiten om de spinnetjes snoep te geven en gaan naar bakkerij "De gekroonde Maan." De mannen van Kop-Op moeten helpen. En gelukkig doen ze dat ook. Midden in de nacht, wordt er opnieuw meel en honing gehaald en worden er speculaaspoppen gebakken, voor die arme 600 spinnetjes. Joep helpt ook mee en als het klaar is helpt iedereen mee om de poppen rond te brengen.
Alvorens Sinterklaas weer op zijn stoomboot naar Spanje vertrekt, brengt hij nog een bezoek aan vader Kop-Op in het koolveld. Daar zet hij vader, Klaasje en Lijsbet voor op zijn paard en brengt ze naar "De gekroonde Maan," zodat de hele familie Kop-Op weer voor altijd samen is.

Fragment uit het boek:
Sint reed voorzichtig voort over de daken. Soms schitterde even het gouden kruis op zijn mijter of een brillanten ring aan zijn vinger, maar verder kon je haast niets zien in de donkere avond. Eindelijk was de zak leeg.
- Piet, we zijn klaar voor dit jaar, zei Sint. De lieve kinderen hebben alles gehad. We kunnen teruggaan naar Spanje. Zou de boot al klaar liggen?
Ze reden juist langs een oud muurtje. Die middag had de zon ongewoon warm geschenen en wel zeshonderd kleine spinnen waren uit het ei gekropen. Ze hoorden wat Sint zei, en begonnen luidkeels te schreien.
- Piet, wat is dat? Vroeg Sint. Huilen daar kinderen? Dat vind ik naar.
- Ik ook niet weten, Heerrrr Sint, bromde Piet. Piet kijken.
Hij klom het muurtje af en ontdekte de huilende spinnetjes. - Wat doen jullie hierrrr? Vroeg Piet. Jullie zijn veel te vroeg uit ei gekrrrropen!
- Wij wilden Sint zo graag zien, snikten ze, en nu heeft Sint ons vergeten!
Piet klom weer naar boven en vertelde alles aan Sint. Die streek eens door zijn lange baard.
- Piet, Piet, zei hij, dat is nu nog nooit gebeurd in de zeshonderd jaren, dat ik voor de kinderen zorg. Wat moeten we doen? In de tijd toen ik nog bisschop van Myra was, had ik zelf geld en kon ik den armen schoenlapper helpen, door een stuk goud in een oude slof van hem te leggen. Dat was leuk, Piet. Maar ik kan aan kleine spinnetjes, zo uit het ei, toch geen goud geven?
- Nee, Heerrrr, bromde Piet, ze hebben liever peperneuten.
- Zo is het Piet, maar ik heb geen goud en geen peperneuten! Wat moeten we doen?

Sint Niklaas, goed heilig man,
Trek je beste tabberd an,
Rijd er mee naar Amsterdam,
Van Amsterdam naar Spanje!
- Ja, zuchtte Sint, het helpt me niet veel of ik naar Spanje rijd. Alles is op! Piet we moeten helpen, ze zingen zo mooi!
- Piet gaan naarrrr koekebakker!
- Goed, Piet, doe dat, dan zal ik hier op je wachten.