Cornelis Johannes Kieviet


Cornelis Johannes Kieviet werd geboren in de Haarlemmermeerpolder, het huidige Hoofddorp, op 8 maart 1858.
Zijn vader werkte als timmerman-aannemer. Het gezin had elf kinderen, waarvan Cornelis Johannes het tiende was. Door het plaatselijke schoolhoofd werd Cornelis opgeleid om op 16 jarige leeftijd de kweekschool te kunnen bezoeken. In 1877 werd hij benoemd tot hulponderwijzer in Vijfhuizen. Later werkte hij ook in Lisse, Den Haag en Ettersheim (N.-H.). In 1903 werd hij benoemd tot schoolhoofd in Zaandam.
Intussen legde hij zich toe tot het schrijven van kinderboeken. Als eerste verscheen in 1890 De twee neven, in 1891 gevolgd door Uit het leven van Dik Trom dat pas, omdat het op weerstand stuitte door Kieviets bespotting van het gezag (veldwachter Flipsen), in 1892 door P. Kluitman werd uitgegeven. Pas de tweede druk in 1899 werd, mede door de fraaie illustraties van Johan Braakensiek, een groot succes. Hierdoor aangemoedigd schreef hij nog vijf vervolgdelen:
De zoon van Dik Trom, 1907
Toen Dik Trom een jongen was, 1912
Dik Trom en zijn dorpsgenoten, 1920
Het tweede boek van Dik Trom en zijn dorpsgenoten, 1923
Avonturen van Dik Trom, 1931

Vanaf 1938 zijn de avonturen van Dik Trom verscheidene malen verfilmd. Eerder werden er ook toneelbewerkingen door amateurtoneelgezelschappen over Dik Trom opgevoerd.
Kieviet werd niet alleen bekend door Dik Trom, hij schreef ook tal van avonturenboeken, (De club van Zessen Klaar, 1898) en historische boeken, (Het slot op den Hoef, 1897).
Na de dood van zijn vrouw, in 1917, verliet hij het onderwijs en vestigde zich in Wassenaar waar hij tot zijn overlijden, op 12 augustus 1931, doorging met het schrijven van boeken, waarvan er totaal 48 in druk verschenen.
In Hoofddorp kreeg Dik Trom een eigen museum. Hier ook bevindt zich, sinds 1973 op het Marktplein, het karakteristieke beeld van Dik Trom omgekeerd zittend op een ezel.
Bron: Biografisch Woordenboek van Nederland.

Meer werk van Kieviet:
Fulco de Minstreel, 1892
Het slot op den Hoef, 1897
Wilde Bob, 1900
De club op reis, 1903
Okke Tannema, 1904, een manifest tegen drankmisbruik.
De Duinheks, 1913
De geheimzinnige Koepel, 1918
Een dozijn Hollandsche jongens, 1919
Het huisgezin van Dr. Forting, 1924
Het kamp in 't spookbosch, 1929