Het beest in het kanaal
Het beest in het kanaal
Geschreven door Mark Vendelier
Omslag en illustraties van Frans Lammers
Uitgever L.C.G. Malmberg - 's Hertogenbosch 1959
Mark Vendelier is het pseudoniem van Bernard Theodoor Maria Tervoort, geboren 29 mei 1920 te Groesbeek en overleden 17 augustus 2006 te Hilversum.
Ben Tervoort was van 1966 tot 1987 hoogleraar Psycho- en patholinguïstiek aan de Universiteit van Amsterdam en legde de grondslagen voor het onderzoek naar gebarentaal van doven, een revolutionair uitgangspunt in een tijd dat het liplezen als enige methode op dovenscholen toegestaan was. Tervoort kreeg zijn opleiding aan het Canisius College in Nijmegen en trad toe tot de jezuïetenorde die hij in 1948 - met toestemming van Rome - verliet om te trouwen met Dieuwertje de Carpentier Wolf, kleuterleidster op een dovenschool. Hij studeerde taalwetenschappen bij mede-jezuïet Anton Reichling in Amsterdam, maar toen die in 1948 uittrad en trouwde, moest Tervoort van hogerhand alle contacten met hem verbreken. Daarna schreef Tervoort onder het pseudoniem Mark Vendelier een aantal jongensboeken en voltooide in 1953 zijn proefschrift 'Structurele analyse van visueel taalgebruik binnen een groep dove kinderen'. In 2004 debuteerde Tervoort nog als misdaadauteur met 'Teken van leven'. Tervoort was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en eredoctor van Gallaudet University, Washington DC.
Andere boeken van Vendelier:
Alarm op de Hertensprong, 1956
De verkeerde film, 1957
Sneeuw op kruispunt 73, 1958
Démasqué met Big Boy Bas, 1960
Big Bas in Arizona, 1961
Baaf Jellinga maakt geschiedenis, 1962
Korte inhoud:
Een groepje vrienden(Hans, Baaf, George, Rein, Kees, Paul, Wim en Piet) wil een "Orginele vakantie" dit jaar.
Ze besluiten een boot te gaan huren, een kleine kustvaarder die bestuurd wordt door kapiten Haker. De oudere broer van Baaf, de politie inspecteurBas Jellinga zal meegaan als "Stuur". Ook de ouders van Hans, Meneer en Mevrouw Van Haerstee zullen van de partij zijn. Om op totaal zo'n 20 personen te komen gaan er ook meisjes mee, waaronder de blinde Marieke.
Als bij Duinkerken de sloep wordt uitgezet met aan boord: Wim, Hans, Paul, George, Kees, Baaf en Marieke, gaat het grote avontuur beginnen....
Gelukkig loopt alles goed af. Marieke ondergaat in Amerika een operatie aan haar ogen en kan weer zien. Baaf is de gelukkigste man ter wereld, als Marieke bij haar thuiskomst hem voor het eerst kan zien en hem dan spontaan in de armen vliegt.
Fragment uit het boek:
Baaf had gelijk. De duikboot rees snel uit het water omhoog, en versperde de terugweg voor de sloep. De jongens dachten aan geen gevaar, en toen de sloep met afgezette motor langzaam tot stilstand kwam, greep Wim enthousiast zijn camera.
Baaf voelde zich een beetje onbehaaglijk worden, zo dicht bij het enorme monster. Was het een Franse boot, een Engelse, een Amerikaan? Of was het wat anders......? En waarom draaiden die periscopen nu naar hùn sloep;waarom bleven die zó staan? Ergens in Baaf klonk een waarschuwende stem en hij sloeg zijn arm vaster om Marieke heen. Zij voelde het. "Is er iets?" vroeg ze zacht.
"Ik weet het niet," bromde Baaf, "zou je wel foto's maken, Wim?" Wim luisterde niet. Hij stond en de camera had al tweemaal geklikt, toen de commandotoren openzwaaide, en de eerste mannen op het korte dek stapten. Wim zag alleen het fotogenieke van het geval, en hij fotografeerde nog, toen de kreet van Paul al weerklonk.
"Ze hebben machinepistolen, jongens! Wim, Wim, trek aan die motor, vooruit, vlug!"
Maar op datzelfde ogenblik klonk er een nijdig commando vanaf het dek van de monsterachtige onderzeeër, en de geüniformde kerels legden pistolen aan.
"Langszij... Hij wil dat je langszij komt..." zei George, "allemachtig lui, wat zou er aan de hand zijn? " Baaf dacht iets, maar Kees flapte het eruit. "Als dat Frans is," zei hij onthutst, "dan praat ik nou Grieks."
Het was Marieke die later begon te praten. "Het wordt duidelijk dat we bij een Russische onderzeeër zitten, niet?"....