Piet en Nel
Piet en Nel
Op het ijs
Geschreven door Leonard Roggeveen
Gekleurde platen van Rie Cramer
G.B. van Goor Zonen's Uitgevers Mij. N.V. 's Gravenhage - Djakarta 1954
Vijfde boekje van de serie "PIET EN NEL" (vierde leerjaar)
De serie bestaat uit tien deeltjes, behorend bij de taalmethode voor de lagere school: Spreken - Spellen - Schrijven - Stellen.
Fragment uit het boekje:
Even later staan de jongens en de meisjes vrolijk bij elkaar met een stuk koek in de linker- en een lampion in de rechterhand.
De koeken worden smakelijk opgegeten. En de lampions worden door Toon, de orgelman, aangestoken. Ja, de kaarsjes natuurlijk!
"Ziezo!" zegt meneer Koenen. "Nu gaan we langzaam naar het dorp terug! Voorwaarts, mars! Rijden, jongens en meisjes!"
Een, twee! Een, twee!
Daar gaan ze hoor! In een lange rij!
De grote mensen kijken vol bewondering toe. 't Is dan ook een prachtig gezicht, al die kleurige lichtjes over het ijs te zien zweven.
Piet loopt voor in de rij, tussen Bas en Wim in. Wim heeft hem zijn schaatsen terug willen geven. Maar daar heeft Piet niets van willen weten.
"Nee Wim," heeft hij gezegd. "Jij hebt de prijs gewonnen. En daarom moet je blijven rijden, tot 't laatste ogenblik toe!"
Bij de gemeentewerf worden de kaarsjes uitgeblazen en de schaatsen afgebonden. In de grote schuur deelt dokter Van de Berg, de voorzitter van de ijsvereniging, de prijzen uit.
Eérst worden de winnaars van de groepen C en D voorgeroepen. Vervolgens komen de jongste groepen aan de beurt.
Met een kleur van blijdschap neemt Wim zijn mecanodoos in ontvangst. Hij is zó in zijn schik, dat hij bijna vergeet, om de dokter te bedanken!
Nel krijgt een mooi meisjesboek. En Mientje Tomson een schrijfétui. Ook de meisjes zijn dolblij. Haar wangen gloeien als rijpe tomaten. Nog even spreekt de dokter een woordje. En dan gaat iedereen naar huis.
Piet en Nel lopen in een draf.