Geertjes grote Winterfeest
Geschreven door Cok Grashoff
Omslag en platen van Elly van Beek
Uitgever Van Goor Zonen - Den Haag
Eerste druk 1960
Meisjes 8 - 10 jaar
Opdracht voor in het boek:
Voor Helene Versteeg
Achter de naam Cok Grashoff schuilen twee kinderboekenschrijvers: Pieter Grashoff en zijn vrouw Janna Grashoff-Hageman. Samen schreven zij ruim 200 kinderboeken.
Tot hun bekendste boeken behoren: Villa de Zeester, en de series Frank en Ank en Floortje Bellefleur.
De Geertje-serie bestaat uit:
Geertje, 1959
Geertjes allerbeste vriend, 1959
Geertjes grote winterfeest, 1960
Geertje en Pinky, 1960
Geertje en Koko, 1961
Geertje op de "Karin", 1962
Korte inhoud:
Geertje Linge heeft geen ouders meer en woont bij haar grootmoeder Moesje, Tante Nora en Oom Flip, in huis.
Het is dat jaar een heel strenge winter en samen met haar vriendinnetje Ditta geniet ze van de dikke laag sneeuw die er gevallen is en natuurlijk van het ijs dat op de sloten en grachten ligt. Samen met Ditta doet ze mee aan een schaatswedstrijd en na afloop krijgen alle kinderen een kop warme erwtensoep.
Ook schrijven ze in voor een 10 km. lange schaatstocht, die bijna in een drama eindigt, als Ditta het niet vol kan houden en de meisjes samen afstappen om te voet over de besneeuwde heide naar huis te gaan. Half bevroren worden ze gered door mijnheer de baron over wiens landgoed ze naar huis proberen te lopen.
's Avonds wordt er een groot gecostumeerd winterfeest georganiseerd in het dorp. Moesje heeft voor Geertje nog een prachtig narrenpakje met belletjes. Geertje is er dol blij mee. Ditta gaat verkleed als Roodkapje. Tot Geertjes grote blijdschap wint zij de eerste prijs: Een prachtige sportfiets!!
Fragment uit het boek:
"Kom je nog?" wilde Geertje roepen, maar ze slikt het nog net op tijd in.
"Wat is er Dit?"
Ditta geeft geen antwoord, maar wel begint ze nog harder te snikken.
"Kom geef me een hand. We gaan samen," bedisselt Geertje. "Kom nou, ze zijn al weer vertrokken en je rijdt niet zo hard. Het zal heel lang duren eer we ze ingehaald hebben."
"Ik ben zo moe-oe-oe!" snikt Ditta. "Zo verschrikkelijk moe. Mijn benen willen niet meer en ik durf niet onder die brug door!"
Geertje trappelt van ongeduld. Haar schaatsen maken scherpe kris-kras geluidjes over het ijs. "Toe nou!" smeekt ze een beetje angstig. "We halen ze anders niet meer in, als je niet meegaat!"
"Ik doe het nie-ie-ie-iet!"
Geertje aarzelt. Ze wil dolgraag verder gaan met de anderen. Ze heeft nog pret voor tien. Van al dat getreuzel begint ze het koud te krijgen. In de verte klinken de vrolijke stemmen van hun tochtgenootjes. En bovenuit roept Lodewijk zijn bekend geworden zin: "Klaar..... af!" De wind waait alle vrolijkheid naar de verlaten brug, waar twee meisjes verdrietig bij elkaar staan.
"Ga maar.....," zegt Ditta. "Je hoeft voor mij je plezier niet te laten bederven. Ik zoek wel zo'n paal op met een rooie vlag. Hier bij de brug zal ook wel zo'n ding staan. Toe nou, ga maar....."
Ditta dringt zachtjes aan en ze duwt met allebei haar handen tegen Geertjes buik. "Toe nou, laat mij maar....." Maar zij hoopt heel, héél erg, dat Geertje haar niet hier alleen laat zitten. Al haar genoegen en plezier zouden voorgoed voor de hele dag verdwenen zijn.
Geertje denkt snel na. Ze heeft even geaarzeld, toen Ditta zo aan het aandringen was. Een ijsfeest als vandaag komt niet iedere week voor. Niet eens iedere maand en ook niet eens ieder jaar. Maar toen ze Ditta's betraande ogen zag, wist ze het opeens heel zeker.
"Doe je schaatsen af, Dit!" commandeert ze plotseling en ze begint ook de hare af te binden. Ditta vraagt niet eens waarom. Ze doet maar, want ze heeft begrepen, dat Geertje haar niet achterlaat.