Meiregen
Een bundel kinderverzen
Door Margot Vos,
Prenten van Raoul Hynckes,
Uitgave EM. Querido - Amsterdam - 1925
Voor Ineke
Grietje Vos, bekend als Margot Vos
Socialistisch dichteres, geboren te Nieuw Amsterdam op 10 november 1891 en overleden te Winterswijk op 1 december 1985. Zij was de dochter van Hinderikus Vos, hoofdonderwijzer, en Hendrika Christina Eggink, onderwijzeres.
In 1910 slaagde zij voor het onderwijzeresexamen. Op 7 april 1916 trad zij in het huwelijk met Jan Hilvers, onderwijzer, later directeur van de Arbeidsbeurs in Hengelo, met wie zij een dochter kreeg. Hun huis in Hengelo was een trefpunt voor vrienden uit socialistische en literaire kringen.
Het eerste literaire werk van Margot Vos, waren vertellingen voor kinderen, die in 1913 verschenen in Ons Kinderblaadje, een bijlage van het sociaal-democratische vrouwenblad De proletarische vrouw. In 1928 werden zes van deze verhalen, voorzien van illustraties van Tjeerd Bottema, gebundeld in Guldenblauw. Tevens verscheen er in 1949 nog een dichtbundel voor kinderen: Rozemarijn.
Bekend werd Margot Vos echter door een bundel poëzie voor volwasssenen, die in 1923 verscheen: De nieuwe lent'.
Natuurgeluk en het socialistische gedachtegoed vormden de belangrijkste thema's in haar poëzie.
Pseudoniemen: Gerda, G.V., Margot, Margot Vos.
Raoul Hynckes
De Belgisch/Nederlandse kunstschilder Raoul Hynckes werd in mei 1893 geboren in Brussel. Hij was de zoon van een eigenaar van een textielververij en stomerij. Hynckes volgde van 1907 tot 1912 opleidingen aan de academies in Brussel en Mechelen. In deze jaren schilderde hij impressies aan de Belgische kust en Vlaamse landschappen.
Aan het begin van zijn loopbaan schilderde Raoul Hynckes impressionistische havengezichten en landschappen. In de jaren twintig werkte hij een aantal jaren in een kubistische stijl.
Na de Tweede Wereldoorlog schilderde Raoul Hynckes, naast zijn stillevens, waarin de thema's dood en vergankelijkheid vaak voor kwamen, helder gekleurde landschappen en dorpsgezichten.
Tekeningen in een vergelijkbare stijl, als die in Meiregen, heeft Hynckes ook gemaakt voor De Meiroep, een uitgave van de Arbeiders jeugd Centrale (AJC) uit ca. 1930, voor reclamedrukwerk van Peek & Cloppenburg en voor een programmaboekje van de Stadsschouwburg Amsterdam.
Raoul Hynckes overleed in 1973 op 79-jarige leeftijd in zijn woonplaats Blaricum.
Inhoud:
Meie-Regen
Gevlogen
Klop-Klop
Kom uit, Katrijntje!
De Gast
Zoo'n dommerd
Tien te slim af
Vogelpret
Soezela-Doezela
Vlinderke's dood
Regenprinses
De Merel
In het Bad
Regendag
De Bladerkindertjes
Daar liep een knaapjen in de zon
Herfstdraden
Ring-rang
Sneeuwsterretjes
Boodschap doen
Aan 't beekje
Robbedoes
Kruimeltjes
Appelaar
Naaldeke
Langslaper
De Zevenster
Een Sprookje
De Merel
Een merel fluit, een merel tuit,
Of er maar al
Een belleken luidt
In de hooge donk're boomen;
Hij tinkelt zoo hel,
Hij rinkelt zoo fel,
Of hij ons noodt
Met zilveren schel,
Aan zijn vroolijken disch te komen.
Zeg, hoor je wel dat lustig spel,
Die zuiv're fluit,
Dat belleken snel
Tusschen al die donk're blaad'ren?
O is het niet net
Of schapekens met
Kling' lende klokjes,
Dansend van pret,
Van een zomersche heide naad'ren?
Een merel tuit, een merel fluit,
Roept je je huis,
Je stadswijk uit
Naar de gouden zonneweiden.
Jongens, komt aan!
Thans veldwaarts gegaan!
Onder 't geboomt
Waar merelen slaan
Willen blijde we zijn met de blijden!
*******************************
Boodschap doen
Daar kom ik aan; o, lieve tijd,
Dat saust er op die waterbrij!
Maar 'k ben niet bang voor nattigheid:
Wat maakt die domme regen mij?
Hoor! ritsssji, ritsssji, zju, zju, zjuu -
Zoo danst het op mijn paraplu!
Ik moest voor Moeder naar den hoek.
Het was een eind; maar, klompen aan,
Een ouwe kiel, een ouwe broek,
Zoo durf ik alle regens aan.
En dan mijn schild: mijn paraplu!
Ik schater om dat zju, zju, zju.
De wind holt fluitend achter me aan.
Moest jij soms ook een boodschap doen?
Zeg maat, laat ons dan samen gaan;
Blaas op maar in mijn boezeroen!
En blaas het bol: juhuu, juhuu!
Ho, ho, niet in mijn paraplu!
Dat gaat er door! Toe, regenwolk,
Spring me gerust maar in 't gelaat!
Jouw kleine, fijne waterdolk
Die heeft geen spits die wonden slaat.
Met al je puntjes pinkel puu
Boor je niet door mijn paraplu.
Wat vlieg ik voort! Ik ben er haast;
Daar is de stoep, daar ben ik thuis!
Dag wind! Bedankt voor je geblaas.
Ga jij nu lekker ook naar huis?
Wat ben je nat; ik voel 't eerst nu....
Wat doe je ook zonder paraplu!
*******************************