Mies Bouhuys
Maria Albertha Bouhuys werd op 10 januari 1927 te Weesp geboren, als de één na jongste in een gezin met 6 kinderen. Haar vader was schoolmeester en ook zij behaalde haar onderwijs-akte. Later studeerde zij Spaanse taal- en letterkunde aan de universiteit van Amsterdam.
De Tweede Wereldoorlog heeft een stempel op haar leven gedrukt. Mede door haar huwelijk met de dichter Ed. Hoornik, (overleden in 1970), wiens verblijf in het concentratiekamp Dachau, diepe sporen had achtergelaten, voelt zij zich zeer betrokken met de slachtoffers van onrecht en discriminatie. Zij is een actief strijdster voor de mensenrechten. Zo was zij in 1979 een van de initiatiefneemsters voor het
Comité Steun Aan Argentijnse Moeders (SAAM) en zet zij zich in voor ballingen in Latijns-Amerika.
Mies Bouhuys debuteerde in 1947 met de gedichtenbundel
Ariadne op Naxos.
Zij schreef wel zo'n honderd boeken, verhalen en toneelstukken, waarvan velen in diverse talen verschenen.
Zij ontving de
Reina Prinsen-Geerlings prijs voor poëzie en de
Hendrik van Velde prijs voor toneel. In 1966 werd haar boek
Kinderverhalen bekroond tot
Beste Boek van het jaar.
Mies Bouhuys overleed in haar woonplaats Amsterdam op 30 juni 2008.
Enige van haar vele kinderboeken:
De dromendoos, 1955
De rode ponny, 1956
Grote oren, 1956
De trouwe Schimmel, 1956
Stippe Stappe, 1957
Pim en Pom, 1958
Het bos met duizend bomen-reeks, 1960
Een huis in een schoen, 1972
De dag dat Tommy drie werd, 1980
Tijd voor kattekwaad, 1982
Anne Frank is niet van gisteren, 1982
De straat van de heksen, 1988