Nelleke's opvoeding

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Geïllustreerd door Rein van Looy,
Reinder Johannes Cornelis van Looy (1910-1994)
Uitgever Van Holkema & Warendorff N.V. - Amsterdam
Eerste druk 1939

Opdracht voor in het boek: "Voor Gonneke"

Deze serie bestaat uit een drietal boeken:
Nelleke's opvoeding
Maar die vlag verlaten.....nooit!
Terug in het vaderland

Korte inhoud:
Wanneer Nelleke van Haaren geboren wordt, sterft haar moeder. Negen jaar later overlijdt ook haar vader. Haar dertien jaar oudere broer Kees wordt nu haar voogd. Af en toe mag ze een weekendje naar Leiden, waar Kees, die daar studeert, een kamer heeft in hetzelfde huis als zijn boezemvriend Jan Tjerkstra. Nellekes opvoeding berust voornamelijk bij Kees, trouw bijgestaan door Jan, die dol is op zijn kleine "garnaal". .
Later, wanneer Jan drie jaar voor de marine naar Indië moet, voelt hij dat hij echt van Nelleke houdt. Zal Nelleke uiteindelijk zijn grote liefde beantwoorden?

Fragment uit het boek: "Nou zei Jan met een beledigd gezicht, "als je dan tegen het broertje van je vriendinnetje Hansje zegt, dan begrijp ik niet waarom je tegen het vriendje van je broertje "meneer" zegt."
Een ogenblik keek Nelleke verbijsterd voor zich, toen kwamen er ondeugende lichtjes in haar ogen. "Dan zal ik maar "Jantje" zeggen, zei ze zacht, en nu was het Jans beurt om te schaterlachen.
"Goed zo, jongdame, jij weet van repliek te dienen!"
"Zijn we er al gauw?" vroeg Nel even later en liet listig de keus tussen meneer, Jan of Jantje in het midden.
"We komen er zo helemaal niet," antwoordde Jan en keek haar somber aan.
"Maar.....waarom zitten we dan in deze tram?"
"Jij wou toch trammen," zei hij verwijtend. Nelleke staarde hem aan, verschrikt, een beetje achterdochtig, toen aarzelend lachend; de zo sprekende, wisselende uitdrukking op dat kindergezichtje boeide en amuseerde Jan zeldzaam.
"Nee, 't is echt waar, zo komen we er niet; maar straks stappen we uit en wandelen een minuut of tien, nou tevreden?"
Nelleke knikte en wijdde zich weer aan de voorbijglijdende straat waar alles te zien was. "De volgende halte stappen we uit," zei Jan, "dan gaan we naar vader Kees."
Bij het woordje "vader", dook Nelleke even ineen en snel wendde ze haar hoofd af. Als een kruitje-roer-me-niet dat zijn blaadjes toeklapt, zo sloot Nel zich af op het woordje "vader" uit een vreemde mond.
Stommeling, schold Jan op zichzelf. Die wond is immers nog veel te vers, hoe kan ik dat nou vergeten! Straks gaat ze nog huilen en wat dan!

Maar die vlag verlaten....nooit!

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Geïllustreerd door Nettie Hendriks
Eerste Druk van Blikman & Sartorius, Amsterdam
Uitgever Van Holkema & Warendorff N.V. - Amsterdam, 1946

Opdracht voor in het boek:Voor Dick

Vervolg op Nelleke's opvoeding

Korte inhoud:
Marijke van der Woud, dochter van een kolonel van de marine, voelt meer voor anti-militaristische idealen. Dit botst met haar omgeving. Zeker als zij Frank Hellema ontmoet, officier van de marine, en een jeugdvriend van Nelleke Tjerkstra uit het eerste boek. Felle discussies voert zij met hem over het militairisme. Later als zij allen naar Indië worden uitgezonden, vinden Marijke en Frank elkaar. Bij het uitbreken van de tweede wereld oorlog komt Marijke op een tragische wijze tot inkeer over haar anti-militairistische ideeën.

Fragment uit het boek:
Marijke's Moeder boog zich ontdaan tot haar over."Kindje, schrik je er zo van? Heb je deze mogelijkheid nooit onder de ogen gezien? Toe liefje, je moet wat drinken. - Djongos kassi koppie boewat Nonna. - We moeten flink zijn Marijke. We zitten hier ten slotte voorlopig veilig, we hebben elkaar en we steunen Holland het best, door hier met open ogen rond te kijken, wat we kunnen doen om te helpen."
"Ja, we zitten hier voorlopig veilig," prevelde Marijke na, "maar wat doet dat ertoe? O moeder," gilde ze ineens heftig, zaten we maar in Holland, in dat arme lieve Holland!" Een snik brak haar woorden af, en ze sprong op. "Ik lijk wel een beetje gek, hè? Ik ga me gauw even wat wassen."
Haastig liep ze weg; het gevoel in elkaar te zullen klappen moest ze overwinnen; Vader en Moeder, maar Vader vooral hadden het nu zwaar genoeg, die kon ze nu niet opschepen met een bezwijmende dochter. - "Marijke je bent een ei", verzekerde ze haar spiegelbeeld in haar kamer - en nu had Frank zijn oorlog - liefste Frank, die nu in levensgevaar kon komen. Wat een pijn! Hoe haar ziel zich ook wendde, overal sneden de scherven van haar gebroken kristallen illusies scherpe wonden.

Terug in het vaderland

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Uitgever Van Holkema & Warendorff N.V. - Amsterdam, 1951

Derde deel in de serie van Nelleke's opvoeding

Uit het voorwoord van de schrijfster:
Begin januari 1946 bracht de Nieuw Amsterdam als eerste van een lange, lange reeks boten een grote groep repatriërenden van de Japanse kampen uit Indonesië terug in het vaderland. Onder hen zag mijn fantasie de hoofdpersonen van Nelleke's opvoeding en Maar die vlag verlaten...Nooit!: Nelleke met haar Jan en hun kinderen, Marijke zonder haar Frank. Wat hen wachtte kón slechts een wanhopige worsteling zijn uit een volkomen leegte naar een nieuwe zinvolle toekomst; vanzelfsprekend werd dit boek geen meisjesboek in de geest, die daar gemeenlijk van verlangd wordt. Ik trachtte de waarheid te doorgronden en eerlijk te geven.

Motto:
Tussen het mausoleum van het Verleden en de dromentuin van de Toekomst is het Heden ons gegeven om ermee te worstelen en het te overwinnen.

Fragment uit het boek:
"En vertel jij nou eens alles van Frank, Marijke," onderbrak ze zichzelf plotseling op geheel andere toon, of het om een prettige variatie ging. Als getroffen dook Marijke ineen; ze sloot even haar ogen, kneep haar handen samen in haar schoot en klemde de kaken opeen.
"Dat kan ik niet," stamelde ze, toen het tot haar doordrong, dat haar zwijgen op volslagen wanbegrip stuitte, dat dreigde in verontwaardiging om te slaan. "Nog niet - later zal ik u wel meer vertellen. - Wat eigenlijk?"
"Was er nooit sprake van een baby?"
"Neen," loog Marijke hard en kort.
Er was een pijnlijke stilte, waarin de oudere vrouw toch iets daagde van de gevoelens der andere.
"Dat had ik niet zo dadelijk moeten vragen," zei ze zachter. En toen er weer geen antwoord kwam, ging ze door: "Ik zal eens voor het eten gaan zorgen, we verpraten onze tijd." Ze stond moeilijk op, boog zich over de pendule op de schoorsteenmantel, die voor de oude ogen in het licht van de schemerlamp niet af te lezen was. "Foei, 't is al over zessen, je zult honger hebben."
Ineens sprong Marijke op en legde haar hand op de gebogen schouder naast haar. "Ik moet u vragen, geduld met me te hebben, moeder. Ik besef wel, dat ik een beetje raar ben."
"Ik begrijp het niet," antwoordde de oudere vrouw triest. "Hoe bedoel je? Raar? Je ziet er toch doodgewoon uit. Goed zelfs, helemaal niet mager," viel ze agressiever aan; "je moet jezelf niet gaan verbeelden dat je abnormaal bent. - Kom ik zal eens de gordijnen sluiten, zet jij de kopjes even voor me in elkaar?"

Een zomer op Heidehoeve

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Uitgegeven door Van Holkema & Warendorff N.V. - Amsterdam, 1941

Korte inhoud:
Han van Wheel is, als afgestudeerd ingenieur, zonder werk. Om toch de kost te verdienen neemt hij een baan aan als chauffeur bij de rijke meneer Terlinde. Deze is op de hoogte dat Han eigenlijk ingenieur is en bewondert dat zeer. Op voorwaarde dat dit geheim zal blijven neemt hij Han in dienst. Als zijn kleinkinderen Rick en Mieke, met Miek's verloofde Emile, komen logeren wordt het moeilijk voor Han. Emile behandelt hem kleinerend omdat hij slechts tot het personeel behoort. Mieke daarentegen kan het wel goed met Han vinden, vooral omdat zij merkt hoe goed Han met de kleine Hetty kan opschieten.
Aan het eind van het boek krijgt Han via grootvader, "Kiahi" genoemd, een baan in Indië aangeboden bij het Java's electrische Bedrijf waarvan de vader van Miek agent is voor Oost-Java. Ook Mieke woont weer, na het verbreken van haar verloving, in Indië bij haar ouders. Hier ontmoet zij Han dus weer, maar nu als electrotechnisch - ingenieur en niet meer als chauffeur.....

Fragment uit het boek:
"O, ik dacht...." stamelde ze diep-blozend en was woedend op zichzelf en op Han om haar eigen verwarring.
In Han had de blijde klank van haar stem een warm akkoord doen trillen en toen het volgend ogenblik dat tere, ranke figuurtje in dof glanzende witte zij met slechts een diep paarse strik om het middel en aan de hals één enkele tak paarse orchideeën voor hem stond, warm blozend en met die heerlijk verwarde, verlegen uitdrukking in haar lieve ogen, was ook hij zichzelf niet geheel meester. Maar het was een seconde slechts, die door beiden zo spoedig mogelijk als nooit bestaand in het glijden der uren uitgewist zou worden.
"Ik sta hier juist om de gasten naar de studeerkamer te geleiden. Mag ik u als eerste voorgaan? Ik kom Jacob vanavond helpen, hij kan het alleen niet af," praatte Han rustig alles weg, wat een flits in beider leven geweest was. Hij opende de deur en liet haar langs zich gaan.
"Dank je wel," prevelde Miek, hem even glimlachend toeknikkend.
"Wat ben je lief, moet die ploert je ongelukkig maken!" mompelde Han, maar de andere familieleden en hun gasten eisten zijn aandacht en voorkomendheid.

Het recht van de ander

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Uitgever Van Holkema & Warendorgg N.V. - Amsterdam, 1959
Vervolg op Er verandert niet zo veel

Korte inhoud:
Dini van Oosten's leventje staat op z'n kop als ze bemerkt dat haar moeder het plan heeft om te hertrouwen met meneer Tjalbo. Ze is bang dat zij niet meer de volle aandacht van haar moeder zal krijgen. Ze meent zich te moeten terugtrekken en wordt brutaal en lastig, hoewel ze in haar hart haar aanstaande stiefvader erg aardig vindt en ze zich haar moeders keuze best kan voorstellen.
De buren van Dini zijn mevr. Maarsveld en haar zoon Ed. Ook Thea Maarsveld en haar verloofde Joost spelen een rol in dit boek. Zij allen helpen Dini uiteindelijk Peter Tjalbo te accepteren en ook begrip op te brengen voor de daden van Ed's moeder. Met Ed kan zij het zo goed vinden, dat aan het eind Dini hem haar dagboek schenkt, en er een happy-end volgt.

Fragment uit het boek:
Het werd een worsteling. Ze wilde gillen, maar een sterke arm hield haar stijf geklemd tegen een harde borst. Haar mantel was omlaag gezakt en hield haar armen gevangen. Op haar rug voelde ze een gloeiend hete hand, het leek wel of tanden inplaats van lippen zich op haar hals klemden. Paniek en een plotseling weten spanden alles in haar samen. "Nee, nee - ik wil niet," stamelde ze, maar er kwam geen klank.
En dan was er ineens de bevrijding. De arm op haar rug werd weggerukt en blijkbaar omgedraaid, want Her gaf een afgrijselijke gil, die onmiddellijk gevolgd werd door een klinkende klap op zijn wang.
Dini was al vrij, ze stond te wankelen en keek, volkomen leeg nog van alle gevoelens, hoe haar stiefvader Her Rating bij zijn kraag pakte, in de richting van de trap duwde en met een schop toe van de eerste acht treden deed tuimelen.
Met de handen op de heupen stond Peter Tjalbo hem na te zien, naast Dini, die met trage beweging haar mantel omhoog hees.
"Kom mee, kind." Hartelijk voerde hij haar bij haar elleboog naar binnen, en passant haar tasje meepikkend. Hij sloot de voordeur en ritste dan met één handige, nauwelijks merkbare beweging de rugsluiting van haar jurk weer dicht.
"O Vader, Vader," kreunde ze, sloeg stijf haar armen om zijn hals en verborg haar gezicht tegen zijn schouder.
Er ging een lichte schok van blijdschap door hem heen over die paar woorden.

Er verandert niet zo veel

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Uitgever Van Holkema & Warendorff N.V. - Amsterdam, 1956

Korte inhoud:
Thea Maarsveld heeft het moeilijk met de belangstelling van haar vader voor haar tante Marga. Tante Marga is de moeder van haar neef Eddy, die ze herhaaldelijk onmoet bij de twee oma's thuis. Oma Doortje, Thea's oma, en Oma Emily, Eddy's oma. De vader van Ed is omgekomen in de oorlog en sindsdien is Thea's vader vaak bij haar.
Thea vindt begrip bij Joost Meinderts. Een vriend van school, die het thuis ook moeilijk heeft.
Aan het eind blijkt dat tante Marga de schuldige is die destijds haar man Johan aan de Duitsers verraden heeft. Door dit feit wordt Ed volwassen en keert Thea's vader terug bij zijn vrouw Willy.

Fragment uit het boek:
"Maar mijn God, Marga, je wilt toch niet beweren, dat jij Johan daarvan terug hebt gehouden?"....
Er ontstond een ademloze stilte. Ed had een stap voorwaarts gedaan, met een weerloos gebaar trachtte hij het débacle tegen te houden. Maar zijn moeder aarzelde niet.
"Natuurlijk," gilde ze. "Ik ben toch ook maar een mens! Ik had hem verboden illegaal werk te doen en dan was onderduiken overbodig. Als hij het voor Willy toch gedaan had, moest hijzelf de gevolgen maar dragen...."
Afgrijzen lag tastbaar in de kamer. "Nou willen jullie het me zeker nog verwijten ook? Ik mocht immers niets weten en zij alles! Ik was de enige, die eerlijk was.
............
"En wat heb je tegen de Duitsers gezegd, toen die Johan kwamen halen?" vroeg George op een toon, die Thea de rillingen over de rug joegen.
Maar vóór tante Marga kon antwoorden stond Ed naast haar stoel. "Zwijg, Moeder! U weet niet wat u zegt. Geen woord meer!" Zijn toon was streng, maar niet hard.
"U bent volkomen overstuur, ik zal u naar bed brengen, om wat tot uzelf te komen." Hij hielp haar overeind en leidde haar zorgzaam naar de deur.
Thea's blik dwaalde af naar de twee bij de tafel. Oma's aandacht was geheel voor haar zoon; ze zag de diepe liefde in de oude ogen en begreep plotseling iets meer van alles wat achter het gebeurde lag. - Paps.- Hij zat als verwezen voor zich uit te staren.

Langs eigen wegen

Geschreven door Fenna Feenstra
Fenna Bottema-Feenstra Kuiper (1892-1983)
Uitgever Van Holkema & Warendorff N.V. - Amsterdam, 1953

Uit het voorwoord van de schrijfster:
De feiten en gebeurtenissen in dit boek beschreven hebben alle in waarheid plaats gehad; ik heb getracht ze eerlijk te laten herleven temidden van de onontbeerlijke figuren binnen het raam van mijn fantasie.

Korte inhoud:
Het leven van Bob van Weverden en Joek Brenda, elk afzonderlijk verteld vanaf 25 juni 1940 tot midden 1947.
Bob begint aan de kweekschool voor de zeevaart. Tijdens de oorlog vlucht hij per boot naar Zweden. Later komt hij in Engeland terecht.
Joek is opgegroeid in Indië en besluit na de oorlog zich op te geven bij de NICA (Nederlands Indische Civiele Administratie). Zij vertrekt naar Indië om daar te gaan helpen.
Ook Bob vertrekt na de bevrijding als officier naar Indië, waar zij uiteindelijk elkaar ontmoeten.

Fragment uit het boek:
Vlug trok ze haar badpak aan en dook het water in. Heerlijk was het; 't kon zelfs naar haar smaak wat koeler geweest zijn, de zon had er de hele dag op staan branden, maar was nu te laag gedaald om nog hinderlijk te zijn. Joek wipte op het einde van het bassin op de rand en liet haar grote teen in het water spelen. Achter haar vormde zich gestadig aan een groep jongelui, allen kennissen, die met elkaar en met haar enkele korte opmerkingen wisselden; ze zat daar in een nis van blote gespierde benen plezierig op haar gemak te dromen.
"Hé," hoorde ze achter zich zeggen, "daar heb je Bob van Weverden ook, die is blijkbaar weer binnen."
-Bob van Weverden?- Waar had ze die naam ook meer gehoord?- dacht Joek doezel en ze keek op.- Wie was ook weer Bob van Weverden?
Ze kreeg een schok zoals ze nog nooit gevoeld had. Daar aan de overzij stond een boom van een knaap, met blonde krullen en een stralend opgewekt gezicht. Hij staarde haar recht aan en kreeg een uitdrukking van jonge verbijstering, zoiets als een kind, dat voor het eerst een volop schitterende kerstboom ziet.
Joek had geen enkele gedachte met duidelijke woorden.-......Maar.....dit is......dit is.......Verder kwam ze niet.
De jonge reus dook het bassin in en Joek keek voorover gebogen met gespannen aandacht naar het water onder haar bungelende voeten; ze wist heel zeker, dat hij daar zou boven komen.
Dat was ook zo, en het gaf Joek een onbegrijpelijk gevoel van geluk.