A. M. de Jong
Adrianus Michiel de Jong, werd op 29 maart 1888 te Nieuw Vossemeer, Brabant, geboren. Hij kwam in een arm katholiek gezin, met 13 kinderen, ter wereld. Zijn vader was borstelmaker en om meer werk te vinden, verhuisde het gezin in 1896 naar Rotterdam. In 1906 werd de Jong onderwijzer te Delft. Hij was een sociaal bewogen man en een socialist in hart en nieren.
In 1916 werd hij onderwijzer in Amsterdam en in 1919 ging hij de journalistiek in en werd later redacteur bij het dagblad
Het Volk. Van 1922 tot 1937 schreef hij samen met George van Raemdonck in deze krant de bekende
Bulletje en Boonestaak reeks.
In 1925 vestigde hij zich weer op het Brabantse platteland. Hier kwam zijn bekendste werk
Merijntje Gijzen's Jeugd (1925-1928) tot stand.
Hij schreef romans, reisbeschrijvingen en kinderboeken. Voor kinderen redigeerde hij sinds 1918 "De Stichtsche Bibliotheek" en werkte hij voor uitgeverij "De Ontwikkeling".
Voor volwassenen schreef hij ook onder pseudoniem, o.a. Frank van Waes, Titia Roemer, Herbert D. Ross en Léon Frappé.
A. M. de Jong werd op 18 oktober 1943, als "Silbertanne"-slachtoffer, in zijn eigen huis te Blaricum doodgeschoten, door twee Germaanse S.S.-ers.
Beknopte bibliografie:
De wereld van Bulletje en Boonestaak, 1922-1937
Aan de stroom, 1924
Merijntje Gijzen's Jeugd, 1925-1928
Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928
Vacantiedagen, 1930
De Avonturen van den Baron van Münchhausen, 1933
Een Bataafs driemanschap, 1940
De Avonturen van Appelsnoet en Goudbaard, 1963