De Avonturen van Pinkeltje

Geschreven door Dick Laan
Eerste uitgave 1939
Geïllustreerd door Dokie van Amstel,
Uitgever Van Holkema & Warendorf N.V. - Amsterdam
Eerste deel van een serie van bijna 30 boeken over Pinkeltje.


In de Pinkeltje-serie zijn verschenen van Dick Laan:
De avonturen van Pinkeltje
Pinkeltje en zijn vriendjes
Pinkeltje op reis
Pinkeltje in Artis
Pinkeltje en het grote huis
Pinkeltje op zoek naar Klaas Vaak
Pinkeltje in Madurodam
Pinkeltje gaat naar Pinkeltjesland
Pinkeltje en de Flonkersteen
Pinkeltje ontmoet Wolkewietje
Wolkewietje is ondeugend geweest
Een grote verrassing voor Pinkeltje
Pinkeltje en de parels
Pinkeltje en de raket
Pinkeltje en de gouden pen
Pinkeltje en de Aardmannetjes
Lach jij maar Pinkeltje!
O! O, die Wolkewietje toch!
Het grote avontuur van Pinkelotje
Pinkeltje en de boze tovenaar
Pinkeltje en de auto-raket
Pinkeltje en de IJsheks
Pinkeltje en 10 spannende verhalen
Pinkeltje en het gestolen toverboek
Pinkeltje en het verdwenen kindercircus
Pinkeltje en de spannende avonturen om de gouden beker
Pinkeltje op zoek naar de maandiamant
Pinkeltje en de Bibelebonse pap
Pinkeltje op zoek naar de vurige ogen

Ook is er in 1978 "Pinkeltje, het verhaal van de film" verschenen, naar het gelijknamige filmverhaal van Harrie Geelen, geschreven door Imme Dros.
De film "Pinkeltje" werd voor het eerst vertoond in juni 1978.

Uit:Aan hen die Pinkeltje voorlezen:
"Hoe heet het mannetje, Oom?"
En heel langzaam zeg ik: "Dat - mannetje - heette...." Gauw zoeken naar een naam, Pukkie, Pinkie, Pinkje - Pinkeltje! ha! dat is een goede naam....
Zo werd een paar jaar geleden Pinkeltje geboren en telkens moest er een nieuw verhaal over Pinkeltje worden verteld. Hoe spannender, hoe mooier. Vooral als Pinkeltje in de knel raakt, dan wordt het pas echt mooi en we vertellen langzamer "en toen".... nu houden we helemaal op.... ze worden onrustig..... dan heel langzaam "en toen kwam Snorrebaard binnen...."
Zo zijn de Pinkeltjesverhalen ontstaan en ik heb getracht, de verteltrant zo dicht mogelijk te benaderen.
De onderwerpen zijn gezocht in de kring van hun eigen leventjes. Ieder moeilijk of onbegrijpelijk woord is zo veel mogelijk vermeden. Bij het voorlezen moeten geluiden zo juist mogelijk worden nagebootst.
Vaak zult u vinden "en toen" en het woordje "en". Zelden zult u vinden de woordjes "hij" of "zij", maar meestal de volle naam, want het is mij opgevallen, dat kinderen dat verwarrend vinden.
Vertellen of voorlezen is heus wel een prettig werk, maar u moet het ernstig en vooral langzaam doen. Goed verteld of gelezen kan elk verhaaltje ongeveer twintig minuten duren.

DICK LAAN

Pinkeltje Witbaard is een klein mannetje met een blauw puntmutsje, een rood hemdje, een blauw broekje en een witte baard. Hij is zo groot als je pink. Pinkeltje had gewoond in een land, heel ver weg, in een groot bos. Op een dag was hij in een kastanjeboom geklommen tot bijna bovenin.... Maar.... daar kwam opeens een heleboel wind en hij werd weggeblazen, hij kon nog juist een groot kastanjeblad grijpen. Door de lucht vloog hij over weilanden en huizen, totdat hij door mijnheer ooievaar weer op de grond werd neergezet, midden in een bos alwaar hij in een holletje in een boom ging wonen.
Doch helaas, de boom waarin Pinkeltje woonde werd omgehakt en op een grote wagen naar de stad gebracht. Daar ontmoet Pinkeltje Knabbeltje, een muisje, dat hem naar het Grote Huis brengt, waar Pinkeltje in een muizenholletje onder de etenskast gaat wonen, samen met de 5 kleine muisjes: Knabbeltje, Zwartsnoetje, Grijshuidje, Langstaartje, en Kraaloogje. In het huis wonen ook een vader, een moeder, een jongetje en een meisje. Verder wonen er in het huis de poes Snorrebaard, het hondje Wiebelstaartje, de goudvis Goudhuidje,Zilverdraadje de spin en Brommertje de bromvlieg. Bovendien komt de stouteWipstaart de kraai Pinkeltje vaak plagen.
Met al deze dieren beleeft Pinkeltje vele avonturen.
In dit eerste deel ontmoet Pinkeltje Sint Nicolaas en de Paashaas, viert hij Kerstmis en de verjaardag van het meisje, rijdt hij in een rood speelgoedautootje rond, verstopt zich in een oliebol, komt in een sneeuwbal terecht, en wordt zo de neus van een sneeuwpop, en vliegt aan een luchtballon boven het grote huis.
Vanaf Pinkeltje en de flonkersteen verschijnt Pinkelotje zijn vrouwtje, in zijn leven.

Fragment uit het boek:
"Ka! Ka! Ka!" lachte Wipstaart, "jou klein, stout Pinkeltje," en toen vloog hij op Pinkeltje af. O, o, wat holde die Pinkeltje om maar gauw weer in zijn holletje te komen en bijna was hij er in of......"Pik!" daar pakte Wipstaart met zijn snavel Pinkeltje in zijn buisje en toen - toen vloog hij met Pinkeltje ineens door de kamer.
Pinkeltje schreeuwde hard, zo bang werd hij, maar niemand was er om te helpen. En Pinkeltje hing maar in de snavel van Wipstaart en vloog zo de kamer rond. Maar wat deed die stoute Wipstaart nu....daar vloog hij op de koekoeksklok, die heel, heel hoog aan de muur hing en daarop zette hij Pinkeltje neer.
"Daar, klein stout Pinkeltje, blijf daar nu maar zitten," zei Wipstaart en....weg vloog hij.
"Wipstaart! - Wipstaart!" riep Pinkeltje, "laat me nu hier niet zitten, ik kan er niet afklimmen en als ik val, breek ik al mijn armen en benen."
Maar Wipstaart zei: "Ka! Ka! Ka! Dag Pinkeltje!" en vloog het raam uit.
En daar zat Pinkeltje nu helemaal alleen boven op de koekoeksklok.
"Tik-tik-tik-tik" deed de klok en Pinkeltje hield zich maar stevig vast.
"Tik-tik-tik-tik"... en toen begon de klok te brommen, "brr-brr-brr-brr" en "pang", daar ging een deurtje open en kwam een houten koekoeksvogeltje uit het deurtje.
Maar wat was er nog meer gebeurd1 Door de schok was Pinkeltje van de klok gevallen boven op het houten koekoeksvogeltje.... gelukkig kon hij nog net zijn armpjes om de hals van het houten vogeltje slaan. Nog éénmaal zei het vogeltje "koekoek", en... "pang", daar ging het deurtje discht en wèg was het houten vogeltje en wèg was Pinkeltje.
"Nu weet niemand waar ik ben," snikte Pinkeltje, "en nu kan ik nooit meer uit de klok vandaan komen." Maar wat zag hij daar door een gaatje komen? Een paar lange dunne poten, een rond, bol lijfje met een kleine kop en toen nog meer poten. En Pinkeltje wist, wie dat was, dat was "Zilverdraadje", de spin.
"O, Zilverdraadje," riep Pinkeltje, "wat ben ik blij, dat jij er bent."