Babs' bootje krijgt een stuurman

Meisjes-Roman Serie

Geschreven door A.M. Nachenius-Roegholt (1892-1941)
Illustraties van Hans Borrebach (1903-1991)
Uitgever Gebr. Kluitman - Alkmaar, 1938

Voor oudere meisjes

Korte inhoud:
Babs Eerens, gymnasiaste, doet dit jaar eindexamen, doch ze heeft weinig tijd om te studeren. De jonge docent Dr. Hugo van Es heeft een zwak voor haar en helpt haar, wanneer ze een standje van de rector krijgt en moet beloven dat ze haar leven zal beteren. Haar boezemvriendin Kuuk zal haar daarin bijstaan.
Thuis heeft Babs het moeilijk. Haar moeder is zwaar ziek en haar broer Dolf ligt met verlammingsverschijnselen in het ziekenhuis. Haar oudste zuster Ietje is een kille, brillante studente, die weinig in het huishouden helpt. Zo komt die taak op Babs neer. Vader beslist dat er maar 1 dochter kan gaan studeren, de ander zal in het huishouden moeten helpen, omdat moeder nu naar een sanatorium in Zwitserland gaat. Babs biedt zich vrijwillig aan, omdat Ietje immers zo brillant is. Ietje voelt zich daar wel schuldig over.
Van tante Rens, die trots op Babs is, mag ze nu rijlessen gaan nemen, zodat ze als ze geslaagd is er met tantes auto op uit zal kunnen trekken en niet altijd thuis hoeft te zitten.
Samen met Kuuk gaat ze een zeiltochtje maken, Jack Vermeer wacht ze op en biedt hun zijn boot aan. Kuuk's broer Tenno waarschuwt ze voor Jack. Hij is een huichelaar en flirt. Kuuk belooft goed op Babs te zullen passen. Maar als Babs en Jack samen een autotochtje maken, vraagt hij haar zijn vriendinnetje te willen worden en hem te leiden. Babs belooft dat.
Ietje en Hugo kunnen het goed vinden samen en dat verdriet Babs, waarom dat weet ze zelf niet. Is ze jaloers?
Moeder is weer beter en komt thuis, ook met Dolf gaat het zoveel beter, dat ook hij naar huis mag. Kuuk komt dagelijks langs om hem met zijn oefeningen te helpen. Als Kuuk naar Londen vertrekt mist Dolf haar vreselijk, maar geniet van de lange brieven die zij Babs stuurt en die hij ook mag lezen.
Als Dolf helemaal genezen wordt verklaard, geeft hij een groot feest. Babs is niet gelukkig met Jack, hij dringt zich teveel op en Babs wordt bang voor hem. Tijdens het feest krijgen ze ruzie en rent Babs weg. Ze roept de hulp van Kuuk in, die Hugo om hulp vraagt. Hugo brengt Jack naar huis en spreekt met zijn ouders. Er wordt besloten dat Jack naar een oom in Parijs zal vertrekken.
Tijdens het feest verloven Kuuk en Dolf zich, zo heeft Kuuk toch haar ideaal, een vriendin-schoonzuster in Babs gevonden.
Babs en haar ouders gaan op vakantie in Annecy, waar ook Kuuk, Dolf en Hugo langskomen. Als Babs 's morgens vroeg op weg gaat naar het botenhuis om een boottochtje te gaan maken, komt ze Hugo tegen en ze besluiten samen te gaan varen. Tijdens dat boottochtje worden Babs en Hugo het eens. Sturen hoeft Babs niet meer. "Voortaan bestuur ik ons bootje en geef ik den koers aan, ook figuurlijk" zegt Hugo en tevreden knikt Babs. Ze wist zich veilig aan zijn zijde, hij was de sterkere, op wien ze kon steunen.

Fragment uit het boek:
Het was een prachtige avond met een heldere sterrenhemel en terwijl ze over den gladden weg voortsuisden, genoot ze voor het eerst rustig en zonder hinderlijke bijgedachten van hun feest. "Prettig, Babs?" Jack vroeg het eenvoudig en vriendelijk, terwijl hij zich even naar haar overboog en oprecht kon ze zuchten: "Nou, fijn!"
Maar het scheen of deze daad van vriendelijkheid en ongewone opoffering hem had uitgeput en hij er eigenlijk wel weer spijt van had.
Voor den eersten dans eischte hij haar eenvoudig op, terwijl ze met een ander stond te praten en toen ze met Hugo een "encore" had gedanst, zag ze hoe dreigend Jacks gezicht stond. Zonder spreken vatte hij haar bij den arm, trok haar mee naar den donkeren tuin en verweet in boze woorden, dat ze hem den heelen avond schandelijk had verwaarloosd. Hij kwam weer met al zijn oude praatjes en klachten aanzetten, zoodat Babs haar geduld verloor en hem vrij bits toevoegde:
"Je weet toch zeker wel, dat morgen onze proeftijd om is."
Het klonk zoo koud, dat Jack wel moest begrijpen, waarom ze juist alleen dit zei en even wist hij geen antwoord.
Zwijgend liepen ze een eindje verder, toen klonk het kort uit zijn mond:
"Zoo!"
In het plotselinge licht van den schijnwerper zag ze hoe zijn oogen met een boozen glans flikkerden. "Dus je meende, dat ik die onmogelijke uitvinding van je voor ernst had opgenomen? Ik liet je maar in het idee, maar er komt niets van. Ik heb immers de publieke opinie op mijn hand. Iedereen beschouwt ons als verloofd en het zal je niet zoo gemakkelijk vallen om mij te laten schieten. Als je maar goed begrijpt, dat ik er niet in toestem en mijn rechten, ja - hij legde er den nadruk op - mijn rechten doe gelden."
Maar niet als anders wist hij haar angst aan te jagen. Er was iets in Babs ontwaakt, dat het haar onmogelijk maakte zijn aanmatiging langer te verdragen en koud en hoog verzekerde ze hem:
"Nee, Jack, dat zal je niet gelukken. Ik meen het Jack. Je weet, dat ik niet van je houd. Je had mijn vriendschap, maar je doet alles om die te verspelen. Je geeft er niets om als ik je tracht af te houden van je clubje. Over werken wil je niet praten, telkens kibbelen we.... waarom moeten we dan onzen omgang, die niets moois meer heeft, nog rekken".
Weer keek hij haar strak aan en van tusschen opeengeklemde lippen, siste hij haar tegen:
"Dus je gooit me weg als een waardeloos vod, je sluit me eenvoudig buiten je leven en wilt me zelfs dat kleine beetje vriendschap dat ik van je kreeg, ontnemen!"
Ze kon niet anders dan inzien, dat hij nu voor het eerst begreep, hoezeer het haar werkelijk ernst was en weer beving haar de angst, dat hij haar zou doen wankelen in haar besluit, door toespelingen op zijn wanhoop, wanneer hij zonder haar verder moest gaan.
"Ik wil niet, ik wil niet,"hield ze zich voor.
Ruw duwde hij haar achteruit, zoodat ze even wankelde. "Goed," zei hij toen hard en zoogenaamd onverschillig, "goed, daarvoor zal je boeten! Bonjour!" Meteen draaide hij zich op zijn hakken om en liep verder den donkeren tuin in. Babs bleef alleen met haar angst en haar onrust. Wat bedoelde hij met die woorden?