André, de Koerier

Oorlogsverhaal (1940-'45)

Door Joh. C. Maas ( 1914-1996)
Met illustraties van Siem Praamsma (1921-2016)
Bandillustratie van J. de Vries
Uitgever M. Stenvert & Zoon - Meppel, 1946

Opdracht voorin: Aan mijn zoon

Korte inhoud:
Tijdens de 2e Wereldoorlog is er een verzetsgroep actief, in een geheime ondergrondse ruimte onder het café van Moeke Niessen in Zeedorp. De dijkwerkers Barend en Lange Pier en Visser, alias "Meester", de kantoorhouder van de posterijen hebben daar hun hoofdkwartier. Meester is de vader van Bram Visser, die tot koerier wordt bevorderd door de geheimzinnige Paulus, die Bram nog nooit gezien heeft. Hij is de commandant van het district-Oost van de landelijke K.P.. Bram zal als koerier in onmiddellijke verbinding staan met het Geallieerd Opperbevel. Hij wordt de bijzondere boodschapper tussen de Engelse Geheime Dienst en de organisatie. Van toen af aan kreeg hij de schuilnaam "André".
Bij de Duitsers dient er een Poolse soldaat, Baskowtiz, die krijgsgevangen is gemaakt. Hij komt dikwijls in het café van moeke Niessen. Omdat hij vreemde talen spreekt wordt hij gebruikt als tolk voor de Duitsers. De Zeedorpers denken echter dat hij een spion is.
Dirk van Ale, alias "De Neus", een inwoner van Zeedorp, heult met de Duitsers. Feldwebel "Spies" is zijn grootste vriend. Klaas Floor, zijn overbuurman, waarschuwt Barend en Lange Pier dat hij niet te vertrouwen is. Als er op een dag het bericht vanuit Londen doorkomt dat er een wapendropping zal plaatsvinden, luistert De Neus dit af in het café. Bram komt erachter en waarschuwt nog net op tijd. Een huiszoeking bij moeke Niessen is het gevolg, doch gelukkig wordt de ondergrondse schuilplaats niet gevonden.
Janneke, de kleindochter van Klaas Floor, gaat in de huishouding werken bij Dirk van Ale, om zo te kunnen afluisteren wat hij van plan is. Zij hoort daar dat hij voor de Gestapo spioneert en dat hij de dijkwerkers in de gaten houdt.
Bram moet in opdracht van Paulus microfoto's overbrengen van een verdedigingsplan van de Duitsers. Hij wordt echter geschaduwd door de Gestapo en moet onderduiken bij baas Dieleman in de polder. Barend wordt opgepakt doch gelukkig weten zijn vrienden hem uit de gevangenis te bevrijden. Bram gaat nu met een vrachtschuit naar Amsterdam om de microfoto's weg te brengen. Op de terugweg wordt hij echter gevangen genomen, als hij met een roeiboot aan wal gaat. Baskowitz, de Pool, hoort dit en Bram wordt bevrijd door een onbekende, door zich in Duits uniform te steken.
Het gaat goed met de bevrijding, de geallieerde troepen rukken op. Van Paulus komt nu de order om een springlading onder de steiger aan te brengen. Lange Pier zal dit doen. Dat verloopt bijna vlekkeloos, doch dan wordt hij omvergereden door een fietser en wordt met een mes in zijn zij gestoken. Hij kan nog net met een geweldige klap zijn belager neerslaan en ziet dan dat het de verrader "de Neus" is. Hij rent weg en zakt vlakbij het café in elkaar.
Van Paulus komt nu het bevel de steiger op te blazen. Om 3 uur zal er een geallieerd bombardement plaatsvinden. Plotseling zijn de Pool Baskowitz en "de Neus"verdwenen. Zij zijn er vandoor gegaan.
Dan verschijnt er opeens een canadese soldaat in het dorp gevolgd door een grote groep geallieerde soldaten. De Tommies zijn er!
In Zeedorp is het nu één vlaggenzee! Onder het café van Moeke Niessen komt de verzetsgroep voor het laatst bijelkaar en dan volgt de verrassing voor André: Baskowitz, de Pool, maakt zich bekend als Paulus, de leider van de groep!!

Fragment uit het boek:
Als Bram weer buiten komt, voelt hij zich een beetje onzeker na de waarschuwing van den directeur. Als ze hem nu eens oppakten, hier, in die vreemde stad....? Want de verhalen die over de gevangenissen in deze stad liepen, waren nu niet direct aangenaam....! Wat was het toch eigenlijk gevaarlijk wat hij nu deed..... Liep hij daar doodkalm door Amsterdam te wandelen met een stel foto's van geheime militaire verdedigingswerken in zijn zak, plus een vals persoonsbewijs en een onzichtbaar legertje vechtjassen om hem heen en misschien ook nog wel een S.D.-agent.... Hó, wat is dàt?
Een vreemde man komt naast hem lopen en plotseling hoort hij dezen zeggen:
"Stáán blijven.... politie....!"
En als Bram bleek van schrik den spreker aankijkt, bemerkt hij tot zijn grote ontsteltenis dat deze een revolver op hem gericht houdt. Snel overweegt hij of er nog een kans is om te ontvluchten, maar een blik op het ongure gelaat van den ander en diens rechterhand, welke een blauwachtig glimmende revolver omklemd houdt, waarvan de loop op zijn borst gericht is, beneemt hem de lust om er vandoor te gaan. Zijn moed zakt hem in de schoenen en hij blijft gedwee doodstil staan en wacht. Na een ogenblik stopt er een grijze overvalwagen naast het trottoir en een paar mannen van de Groene Politie springen eruit en lopen op Bram en zijn belager toe. Waar blijven nu die mannen die hem beschermen moeten....? Als ze er zijn, moeten ze snel handelen, anders is het te laat.... Maar wat gebeurt er nu? Waarom stuiven die mensen, die naar hem en de Duitsers staan te kijken, plotseling achteruit.....? En dan hoort hij eensklaps een scherpe stem roepen tegen de Duitsers:
"Handen hoog..... en staan blijven !"
En voordat Bram zich bedenken kan wat er eigenlijk allemaal gebeurt, ziet hij de handen van de Duitsers omhoog gaan en wordt hij aan de arm meegesleurd, terwijl een stem hem hijgend toebijt:
"Vlùg, maak dat je weg komt, voordat er méér moffen komen! In de eerstvolgende zijstraat links staat een politiemotor met zijspan, die brengt je verder. Gauw, sméér 'm..... ajuus!"
Nu schijnt Brams courage plotseling weer teruggekeerd te zijn, want hij rent zo hard hij kan weg in de aangegeven richting. Als hij op de hoek van de zijstraat is aangekomen, kijkt hij nog vlug even om en ziet nog juist hoe een aantal burgers snel bij de militaire wagen vandaan lopen en zich tenslotte in de menigte oplossen, die zich snel verspreidt als de Duitsers hevig gebarend weer in de auto springen. Dat ze geen wapens meer bij zich hebben op dat ogenblik, omdat die hun door de K.P.-ers zijn afgenomen, die Bram ontzet hebben, dat heeft de laatste niet kunnen zien op die afstand....!
Intussen is de jongen de zijstraat ingehold en inderdaad staat er een motor-met-zijspan te draaien met een politieagent erop. Zonder een woord te zeggen, springt hij in de zijspan en het volgende ogenblik raast de motor weg, de vrijheid tegemoet....